65
nl
Bedienen
Roergarde (13)
voor het roeren van deeg, bijv.
roerdeeg.
Klopgarde (14)
voor het kloppen van eiwit, slagroom
en dun deeg, bijv. biscuitdeeg.
Kneedhaak (15)
voor het kneden van dik deeg en het
mengen van ingrediënten die niet
fijngemaakt mogen worden (bijv.
rozijnen, chocolaatjes)
Werken met de kom en de hulpstukken
afb.
E
:
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie
2
zetten.
■ Kom aanbrengen:
de kom schuin naar voren houden
en aanbrengen, tegen de klok in draaien
tot hij vastklikt.
■ Afhankelijk van de uit te voeren taak de
roergarde, slaggarde of kneedhaak in de
aandrijving steken tot deze vastklikt.
Opmerking:
Bij de kneedhaak de deegvanger draaien
tot de kneedhaak kan worden vastgeklikt
(afb.
E
-4b)
.
■ De ingrediënten in de kom doen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie
1
zetten.
■ Deksel aanbrengen.
■ Draaischakelaar op de gewenste stand
zetten.
Ons advies:
–
Roergarde:
eerst roeren op stand 1 (1), dan stand
7 (4) kiezen
–
Klopgarde:
stand 7 (4), doorroeren op stand 1 (1)
–
Kneedhaak:
eerst roeren op stand 1 (1), kneden op
stand 3 (2)
Ingrediënten toevoegen
■ Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
■ ingrediënten toevoegen via de vulopening
in het deksel.
of
■ Deksel verwijderen.
■ Ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm op positie
2
zetten.
■ De ingrediënten toevoegen.
Na gebruik
■ Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
■ Stekker uit wandcontactdoos nemen.
■ Deksel verwijderen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie
2
zetten.
■ Hulpstuk uit de aandrijving
trekken.
■ Kom verwijderen.
■ Alle onderdelen reinigen, zie “Reiniging en
onderhoud”.
Doorloopsnijder
W
Gevaar voor letsel
Niet in de scherpe messen en randen van de
fijnmaakschijven grijpen. Fijnmaakschijven
alleen aan de rand vastpakken!
Doorloopsnijder alleen aanbrengen /
verwijderen wanneer de aandrijving
stilstaat en de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Niet in de vulschacht grijpen.
Attentie!
Doorloopsnijder alleen in compleet
samengebouwde toestand gebruiken.
Doorloopsnijder nooit samenbouwen terwijl
het op het basisapparaat is aangebracht.
Doorloopsnijder alleen gebruiken in de
afgebeelde bedrijfsstand.
Beveiliging tegen overbelasting
afb.
F
:
Om bij overbelasting van de doorloopsnijder
grotere schade aan uw apparaat te
voorkomen, is de aandrijfas van de
doorloopsnijder voorzien van een inkerving
(breekpunt). Bij overbelasting breekt de
aandrijfas op dit punt. Een nieuwe
schijfhouder met aandrijfas is verkrijgbaar bij
de klantenservice.