
A
C
B
!
B
C
A
4
Begrenzingsdraad
leggen
… Leg de draad naar beneden met
dezelfde pin gebruikt bij stap 4.5.
▶ A:
Knip de draad en strip 10-15 mm van de isolatie af.
▶ B:
Sluit hem aan op de linker (rode) aansluiting.
▶ C:
Klem vast aan de achterkant van het deksel.
Na enkele weken zal de draad verdwijnen in het gras.
Ongeveer 20 cm van gazon rond het vaste object en rond de rand
van het gazon zal niet gemaaid worden. Om veiligheidsredenen
kunnen de messen de rand van de maaier niet bereiken.
Leg de begrenzingsdraad rond het gazon
en objecten (4.9). Begin vanaf het basisstation
tegen de klok in
. Dit is belangrijk,
want de Indego zal hierdoor binnen dit gebied maaien.
Gebruik een hamer om de pinnen in de grond te slaan (die de draad op zijn plaats houden)
en de liniaal van 75 cm die is bijgevoegd om de afstand tussen beide te handhaven.
Het markeren van permanente
objecten die ten minste 75 cm
van de begrenzingsdraad (1,2)
liggen.
Markeer de permanente objecten die u niet
wilt dat de maaier maait, zoals bijvoorbeeld
wortels, vijvers, rotsen. Hiermee wordt voor -
komen dat uw Indego botst met objecten, of
er op inrijdt.
▶ A:
Leg de begrenzingsdraad rond het
object heen.
▶ B:
Vervolg rondom het object met de klok
mee. Wanneer u rond het object gaat
dient u meer pinnen te gebruiken, zodat
ze dichterbij liggen dan 75 cm.
▶ C:
Breng de draad terug. Zorg ervoor dat de
afstand van de draad rond het object en de
gazonrand tenminste 75 cm is.
Plaats de begrenzingsdraad onder dezelfde zijde
van de pin. Zorg ervoor dat deze niet kruisen.
Onthoud dat u 30 cm rondom het object om de
draad dient te behouden!
Als objecten minder dan 75 cm van de rand van
het gazon liggen, omring het object dan tijdens
het installeren van de draad, waardoor het object
buiten het maaigebied zal blijven.
Zorg ervoor dat de twee parallelle draden van en
naar het gemarkeerde object zo mogelijk bij elkaar
liggen. Dit zal zorgen dat de draad niet te traceren
is door uw Indego.
Controleer van tijd tot tijd dat de draad niet los
komt te zitten, en bevestig de draad eventueel
met extra pinnen als dat nodig is.
4.8
4.9
4.10
Wanneer de draad gelegd is
rond het hele maaigebied
(inclusief objecten zoals bomen,
vijvers, bloemperken, etc.) …
Zorg ervoor dat:
▶ Er
geen losse draad
aanwe-
zig is die tijdens het maaien
kan worden geraakt.
▶ De draad
plat op de grond
ligt. Gebruik extra pinnen
waar de draad slap is.
▶ De
draad gespannen is
voor het plaatsen van de
volgende pin (als je een
paar vingers kunt plaatsen
onder de draad is dit niet
strak genoeg!).
▶ Gebruik meerdere
pinnen in een hoek.
30 cm
75 cm
5 cm
~30 cm
<75 cm
0 cm
NL
30 cm
75 cm
71
70
Summary of Contents for INDEGO 350
Page 66: ...130 ...
Page 67: ...F016L90626 ...