70
| Nederlands
1 609 929 S02 | (17.3.09)
Bosch Power Tools
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt
inschakelen
duwt
u de aan/uit-schakelaar
7
in de stand
„ on”
(voor werkzaamheden zonder automatisch water-
passen) of in de stand
„
on”
(voor werkzaam-
heden met automatisch waterpassen). Onmiddel-
lijk na het inschakelen zendt het meetgereed-
schap laserlijnen uit de laserstraalopeningen
1
.
f
Richt de laserstraal niet op personen of
dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook
niet vanaf een grote afstand.
Als u het meetgereedschap wilt
uitschakelen
,
duwt u de aan/uit-schakelaar
7
in de stand
„off”
. Als u het meetgereedschap uitschakelt,
wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Automatische uitschakeling deactiveren
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld
na een bedrijfsduur van 30 minuten. Als u de
automatische uitschakeling wilt deactiveren,
houdt u tijdens het inschakelen van het meet-
gereedschap de functietoets
4
3 seconden
lang ingedrukt. Als de automatische uitschake-
ling gedeactiveerd is, knipperen de laserlijnen
na 3 seconden kort.
f
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit.
Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Als u de automatische uitschakeling wilt acti-
veren, schakelt u het meetgereedschap uit en
weer in (zonder de functietoets
4
ingedrukt te
houden).
Functies (zie afbeeldingen A–D)
Het meetgereedschap beschikt over drie func-
ties. U kunt op elk gewenst moment tussen de
functies wisselen:
– Horizontale functie
„–”
: voor een horizontale
laserlijn.
– Verticale functie
„l”
: voor een verticale laser-
lijn.
– Snijlijnfunctie
„+”
: voor een horizontale en
een verticale laserlijn.
Na het inschakelen bevindt het meetgereed-
schap zich in de snijlijnfunctie. Als u van functie
wilt wisselen, drukt u op de functietoets
4
.
Alle drie functies kunt u met of zonder automa-
tisch waterpassen kiezen.
Pulsfunctie
Voor werkzaamheden met de laserontvanger
21
moet – onafhankelijk van de gekozen functie –
de pulsfunctie worden geactiveerd.
In de pulsfunctie knipperen de laserlijnen met
een zeer hoge frequentie en kunnen daardoor
door de laserontvanger
21
worden gevonden.
Als u de pulsfunctie wilt inschakelen, drukt u op
de toets
3
. Als de pulsfunctie ingeschakeld is,
brandt de indicatie
2
groen.
Voor het menselijke oog is de zichtbaarheid
van de laserlijnen verminderd wanneer de puls-
functie ingeschakeld is. Voor werkzaamheden
zonder laserontvanger schakelt u daarom de
pulsfunctie uit door de toets
3
opnieuw in te
drukken. Wanneer de pulsfunctie uitgeschakeld
is, gaat de indicatie
2
uit.
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch water-
passen (zie afbeelding C)
Plaats het meetgereedschap op een rechte en
stabiele ondergrond of bevestig het op een in de
handel verkrijgbaar fotostatief.
Duw voor werkzaamheden met automatisch
waterpassen de aan/uit-schakelaar
7
in de stand
„
on”
.
Door het automatisch waterpassen worden
oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik
van
±
4° automatisch gecompenseerd. Zodra de
laserlijnen niet meer knipperen, is het meet-
gereedschap waterpas.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is,
bijvoorbeeld omdat het oppervlak waarop het
meetgereedschap staat meer dan 4° van de
waterpaslijn afwijkt, knipperen de laserlijnen.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizon-
taal op en wacht het zelfwaterpassen af.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens
het gebruik wordt het meetgereedschap auto-
matisch opnieuw gewaterpast. Controleer na
opnieuw waterpassen de stand van de horizon-
tale en verticale laserlijn in relatie tot de referen-
tiepunten om fouten te voorkomen.
OBJ_BUCH-817-003.book Page 70 Tuesday, March 17, 2009 8:51 AM