Nederlands |
41
u
Let er bij het bevestigen van een inzetgereedschap op
dat het stevig op de gereedschapopname zit.
Wanneer
het inzetgereedschap niet stevig met de gereedschapop-
name is verbonden, kan het weer losraken en niet meer
onder controle worden gehouden.
Schuif het inzetgereedschap
(7)
op het vierkant van de ge-
reedschapopname
(6)
.
Gebruik
Werking
De gereedschapopname
(6)
met het inzetgereedschap
wordt door een elektromotor via een transmissie en slagme-
chanisme aangedreven.
Het proces is in twee fasen verdeeld:
schroeven
en
vastdraaien
(slagmechanisme in actie).
Het slagmechanisme wordt actief zodra de schroefverbin-
ding vast komt te zitten en de motor daardoor wordt belast.
Het slagmechanisme zet daarmee de kracht van de motor
om in gelijkmatige draaislagen. Bij het losdraaien van bouten
of moeren verloopt dit proces omgekeerd.
Ingebruikname
u
Let op de netspanning! De spanning van de stroom-
bron moet overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Draairichting instellen
u
Bedien de draairichtingschakelaar
(5)
alleen, als het
elektrische gereedschap stilstaat.
Met de draairichtingschakelaar
(5)
kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen.
Rechtsdraaien:
schuif de draairichtingschakelaar
(5)
tot
aan de aanslag omlaag (R).
Linksdraaien:
schuif de draairichtingschakelaar
(5)
tot aan
de aanslag omhoog (L).
In- en uitschakelen
Voor de
ingebruikname
drukt u op de aan/uit-schakelaar
(4)
en houdt u deze ingedrukt.
Voor het
uitschakelen
laat u de aan/uit-schakelaar
(4)
los.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
u
Trek vóór werkzaamheden aan het elektrische gereed-
schap altijd de stekker uit het stopcontact.
u
Gebruik uw elektrische gereedschap alleen met de ex-
tra handgreep
(2)
.
u
Plaats het elektrische gereedschap alleen uitgescha-
keld op de moer/schroef.
Draaiende inzetgereedschap-
pen kunnen wegglijden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur. Het maxi-
maal bereikte draaimoment resulteert uit de som van alle
door slagen veroorzaakte afzonderlijke draaimomenten. Het
maximale draaimoment wordt na een slagduur van 6–10 se-
conden bereikt. Na deze tijd wordt het aandraaimoment nog
slechts minimaal verhoogd.
Het machinehuis wordt echter voelbaar warm.
Aanwijzing:
De gevolgen van een overmatige verwarming
zijn een hoge slijtage bij alle delen van het slagmechanisme
en een hoog smeermiddelverbruik.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimoment wor-
den bepaald. Het feitelijk bereikte aandraaimoment moet al-
tijd met een draaimomentsleutel worden gecontroleerd.
Schroefverbindingen met harde, verende of zachte be-
vestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen bereikte
draaimomenten gemeten en naar een diagram overgebracht
worden, dan verkrijgt men de curve van een draaimoment-
verloop. De hoogte van de curve komt overeen met het maxi-
maal te bereiken draaimoment. De steilheid geeft aan in wel-
ke tijd dit bereikt wordt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende factoren af:
– sterkte van de schroeven en moeren
– soort ondergrond (ring, schotelveer, afdichting)
– sterkte van het te schroeven materiaal
– smeeromstandigheden van de schroefverbinding
Daaruit resulteren de volgende toepassingsgevallen:
–
Harde bevestiging
, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van metaal op metaal bij gebruik van onderlegrin-
gen. Na een relatief korte slagtijd is het maximale draai-
moment bereikt (steil verloop van de karakteristiek). Een
onnodig lange slagtijd schaadt de machine slechts.
–
Verende bevestiging
, hiervan is sprake bij schroefver-
bindingen van metaal op metaal, echter bij gebruik van
veerringen, schotelveren, steunbouten of schroeven/
moeren met conische bevestiging evenals bij het gebruik
van verlengstukken.
–
Zachte bevestiging
, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van bijv. metaal op hout of bij gebruik van lood- of
fiberringen als ondergrond.
Bij verende of zachte bevestiging is het maximale aandraai-
moment geringer dan bij harde bevestiging. Bovendien is
een duidelijk langere slagtijd nodig.
Slagtijd bepalen
De diagrammen (voorbeelden) tonen het aandraaimoment
[Nm] afhankelijk van de slagduur [s]:
❶
voor harde bevestiging
❷
voor zachte bevestiging.
De gegevens zijn gemiddelde waarden en per toepassing
verschillend. Ter controle moet het aandraaimoment altijd
met een momentsleutel gecontroleerd worden.
Diagram voor GDS 24
Bosch Power Tools
1 609 92A 4R3 | (28.02.2019)