![Bosch 603011002 Original Instructions Manual Download Page 54](http://html.mh-extra.com/html/bosch/603011002/603011002_original-instructions-manual_47804054.webp)
54
| Nederlands
1 609 92A 09K | (14.6.13)
Bosch Power Tools
(verordening 1194/2012), 2011/65/EU, 2004/108/EG,
2006/42/EG.
Technisch dossier (2006/42/EG) bij:
Robert Bosch GmbH, Postfach 10 01 56,
D-70745 Leinfelden-Echterdingen
Robert Bosch GmbH, Power Tools Division
D-70745 Leinfelden-Echterdingen
07.04.2010
Montage
Neem altijd de accu uit het elektrische gereedschap
voor werkzaamheden aan het gereedschap (zoals het
uitvoeren van onderhoud en het wisselen van inzetge-
reedschap) en voor het vervoeren en opbergen van het
gereedschap.
Bij per ongeluk bedienen van de aan/uit-
schakelaar bestaat verwondingsgevaar.
Accu opladen (zie afbeelding A)
Gebruik alleen de oplaadapparaten die op de toebeho-
renpagina vermeld staan.
Alleen deze oplaadapparaten
zijn afgestemd op de bij het elektrische gereedschap ge-
bruikte lithiumionaccu.
Opmerking:
De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd.
Om de volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u
voor het eerste gebruik de accu volledig in het oplaadapparaat
op.
De lithiumionaccu kan op elk moment worden opgeladen zon-
der de levensduur te verkorten. Een onderbreking van het op-
laden schaadt de accu niet.
De lithiumionaccu is door middel van „Electronic Cell Protec-
tion (ECP)” beschermd tegen te sterk ontladen. Als de accu
leeg is, wordt het elektrische gereedschap door een veilig-
heidsschakeling uitgeschakeld. Her inzetgereedschap be-
weegt niet meer.
Druk na het automatisch uitschakelen van het elektri-
sche gereedschap niet meer op de aan/uit-schakelaar.
De accu kan anders beschadigd worden.
Als u de accu
4
wilt verwijderen, drukt u op de ontgrendelings-
knop
5
en trekt u de accu omhoog uit het elektrische gereed-
schap.
Forceer daarbij niet.
De accu is voorzien van een thermische beveiliging (NTC) die
opladen alleen in het temperatuurbereik tussen 0 °C en 45 °C
toelaat. Daardoor wordt een lange levensduur van de accu be-
reikt.
Neem de voorschriften ten aanzien van de afvalverwijdering
in acht.
Zaagblad inzetten of vervangen
Draag werkhandschoenen bij de montage van het zaag-
blad.
Bij het aanraken van het zaagblad bestaat verwon-
dingsgevaar.
Zaagblad kiezen
Een overzicht van geadviseerde zaagbladen vindt u aan het
einde van deze gebruiksaanwijzing. Gebruik alleen zaagbla-
den met enkelnokkenschacht (T-schacht) of met 1/4" univer-
sele schacht (U-schacht). Het zaagblad mag niet langer zijn
dan nodig is voor de gewenste zaagsnede.
Gebruik voor het zagen van nauwe bochten een smal zaagblad.
Zaagblad inzetten (zie afbeelding B)
Reinig de schacht van het zaagblad voor het inzetten.
Een vervuilde schacht kan niet stevig worden bevestigd.
Verwijder indien nodig de beschermkap
11
(zie „Bescherm-
kap”).
Duw de zaagbladopname
17
in de richting van de pijl omhoog.
Duw het zaagblad
14
, met de tanden in de zaagrichting, in de
zaagbladopname tot het niet meer verder kan.
Let er bij het inzetten van het zaagblad op dat de rug van het
zaagblad in de groef van het steunwiel
12
ligt.
Controleer of het zaagblad stevig vastzit.
Een los zaag-
blad kan uit de zaaghouder vallen en kan u verwonden.
Zaagblad verwijderen (zie afbeelding C)
Duw de zaagbladopname
17
in de richting van de pijl omhoog
en verwijder het zaagblad
14
.
Zaagbladendepot (zie afbeelding D)
In het zaagbladendepot
8
kunt u zes zaagbladen met een leng-
te van 110 mm bewaren. Leg de zaagbladen met de enkelnok-
kenschacht (T-schacht) in de daarvoor voorziene uitsparing
van het zaagbladendepot. Er kunnen drie zaagbladen boven
elkaar liggen.
Sluit het zaagbladendepot en duw het tot aan de aanslag in de
uitsparing van de voetplaat
9
.
Antisplinterplaatje (zie afbeelding E)
Het antisplinterplaatje
20
(toebehoren) kan uitsplinteren van
het oppervlak bij het zagen van hout voorkomen. Het antisplin-
terplaatje kan alleen bij bepaalde zaagbladtypen en alleen bij
een zaaghoek van 0° worden gebruikt. De voetplaat
9
mag bij
het zagen met het antisplinterplaatje niet naar achteren worden
verplaatst voor het zagen tot aan opstaande randen.
Duw het antisplinterplaatje
20
van onderen in de voetplaat
9
(zoals op de afbeelding getoond met de inkeping omhoog).
Zaaglijncontrole „Cut Control”
De zaaglijncontrole „Cut Control” maakt nauwkeurige gelei-
ding van het elektrische gereedschap langs een op het werk-
stuk getekende zaaglijn mogelijk. Bij de bouwset „Cut Con-
trol” horen het kijkvenster
15
met zaagmarkeringen en de
voet
13
ter bevestiging aan het elektrische gereedschap.
Henk Becker
Executive Vice President
Engineering
Helmut Heinzelmann
Head of Product Certification
PT/ETM9
OBJ_BUCH-1204-002.book Page 54 Friday, June 14, 2013 2:03 PM