22
TABEL N. 2 :
Aanpassing op de verschillende soorten gas APPARATEN VAN CATEGORIE: II2L3B/P
II 2E+3+ II 2H3+ I 2E I 3+
Brander
Gassoort
Druk
Diameter
straalbuis
Nominaal verbruik
Verbruik bij kleinstand
Diameter
by-pass
mbar 1/100mm.
g/h
l/h
kW
kcal/h
kW
kcal/h 1/100 mm.
Hulpbrander
Aardgas
G20
20
77
-
95
1
860
0,48
413
34
Aardgas
G25
25
80
-
111
1
860
0,48
413
34
Butaan G30
28-30
50
73
-
1
860
0,48
413
34
Propaan G31
37
50
71
-
1
860
0,48
413
34
Gemiddeld snel
Aardgas
G20
20
101
-
167
1,75
1505
0,6
516
36
Aardgas
G25
25
102
-
194
1,75
1505
0,6
516
36
Butaan G30
28-30
66
127
-
1,75
1505
0,6
516
36
Propaan G31
37
66
125
-
1,75
1505
0,6
516
36
Snel
Aardgas
G20
20
129
-
286
3
2580
1,05
903
52
Aardgas
G25
25
132
-
332
3
2580
1,05
903
52
Butaan G30
28-30
87
218
-
3
2580
1,05
903
52
Propaan G31
37
87
214
-
3
2580
1,05
903
52
Vlamkroon
inner
Aardgas
G20
20
70
-
76
0,8
688
0,48
413
34
Aardgas
G25
25
71
-
89
0,8
688
0,48
413
34
Butaan G30
28-30
46
58
-
0,8
688
0,48
413
34
Propaan G31
37
46
57
-
0,8
688
0,48
413
34
Vlamkroon
au
ß
en
Aardgas
G20
20
2x110
-
419
4,4
3874
1,8
1548
65
Aardgas
G25
25
2x112
-
488
4,4
3874
1,8
1548
65
Butaan G30
28-30
2x69
298
-
4,1
3526
1,8
1548
65
Propaan G31
37
2x69
293
-
4,1
3526
1,8
1548
65
REGELING VAN DE BRANDERS
1) Regeling van de "MINIMUMSTAND" van de branders
Om tot een regeling van de minimumstand van de branders over te gaan ga als volgt te werk:
1) Steek de brander aan en zet de knop op positie MINIMUM (kleine vlam).
2) Verwijder de knop (fig. 11) van de kraan die door een gewone druk op het staafje van dezelfde is bevestigd.
3) Gebruik een kleine schroevedraaier langs het staafje van de kraan op het werkvlak bij de (vergulde) schroef die zich op de onderste
kant van de kraan bevindt (fig. 11) en draai naar rechts of naar links de vernauwingsschroef totdat de vlam van de brander passend op
de MINIMUMSTAND is geregeld.
4) Zie dat de vlam niet uitgaat bij het snel passeren van de MAXIMUMSTAND naar de MINIMUMSTAND.
LET OP: De genoemde regeling moet verricht worden bij branders die op aardgas en stadsgas lopen (waar voorzien), terwijl bij
branders die op vloeibaargas lopen, de schroef volledig naar rechts gedraaid en geblokkeerd moet worden.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN HET APPARAAT:
De elektrische aansluiting moet verricht worden met inachtneming van de bestaande normen en wetsbepalingen.
Alvorens tot de elektrische aansluiting over te gaan, controleer:
- of het elektrisch draagvermogen van de installatie en van het stopcontact passend is bij het maximum vermogen van het apparaat (zie
het typeplaatje dat op de onderkant van de kas is geplaatst)
- of het stopcontact of de installatie voorzien zijn van een behoorlijke aardverbinding volgens de bestaande normen en wetsbepalingen.
Elke aansprakelijkheid wordt afgewezen bij een niet nakoming van deze voorschriften.
Wanneer de aansluiting op het elektrischnet gedaan wordt door middel van een stopcontact:
- breng op het snoer (indien niet voorzien) een genormaliseerde stekker aan geschikt voor het dragen van het op het typeplaatje
aangegeven vermogen. Sluit de kabeltjes aan volgens het schema van fig. 12 en respecteer de volgende verhoudingen:
letter L (fase) = bruin kabeltje
letter N (neutraal) = blauw kabeltje
symbool ”
’’ aard = geel-groen kabeltje
- Het elektrisch snoer moet geplaatst worden zodat het in geen enkel punt een overtemperatuur bereikt van 75 K.
- Gebruik nooit voor de aansluiting reducteurs, aanpasbare-of afleidingselementen daar deze valse contacten kunnen veroorzaken met
consequente gevaarlijke oververwarmingen.
Wanneer de aansluiting rechtstreeks op het elektrisch net is gedaan
:
- plaats tussen het apparaat en het net een omnipolaire schakelaar, passend op het draagvermogen van het apparaat, met een
minimum opening tussen de contacten van 3 mm.
- Zorg dat het aardsnoer niet door de schakelaar wordt onderbroken.
- Alternatief kan de elektrische aansluiting ook beschermd worden door een differentiële schakelaar met zeer hoge sensibiliteit.
- Zorg dat het passend geel-groen aardverbindingskabeltje aangesloten wordt op een efficiënte aardinstallatie.
ATTENTIE: Het apparaat is in overeenstemming met de voorschriften van de EEG-Richtlijnen 90/396 (Gasrichtlijn) met betrekking tot
gastoestellen voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke toestellen, 93/68 en 73/23 (Laagspanningsrichting) met betrekking tot de elektrische
veiligheid en 2004/108/EG, 93/68 en 89/336 (EMC-Richtlijnen) met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit.
Summary of Contents for P92
Page 25: ...25 Fig 1 Fig 2 Fig 3 Fig 4 ...
Page 26: ...26 Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9 Fig 10 ...
Page 27: ...27 Fig 11 Fig 12 Fig 13 Fig 14 Fig 15 ...
Page 28: ...28 Cod 310518 ...