09/ 2013
BENNING MM 2
63
8.2.2 Stroommeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste stroomsoort en bereik.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM contactbus
van
de BENNING MM 2.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus voor µA/ mA
bereik voor stromen tot 200 mA, dan wel met de contactbus voor 20 A
bereik voor stromen van 200 mA tot 20 A.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 4:
meten van gelijkstroom
Zie fig 5:
meten van wisselstroom
8.3 Weerstandsmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 2.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω,
van
de BENNING MM 2.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 6:
weerstandsmeting.
8.4 Diodecontrole
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (
,
).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 2.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω,
van
de BENNING MM 2.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpun-
ten van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
- Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning van 0,500 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
„000 V“ wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding „1“ geeft een
onderbreking in de diode aan.
- Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt ca. „1“ aangegeven. Bij
een defekte diode wordt "000 V" of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 7:
diodecontrole
8.5 Doorgangstest met akoestisch signaal
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (
,
).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van de BENNING MM 2.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω,
van de
BENNING MM 2.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit. Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de twee
contactbussen kleiner is dan 50 Ω, wordt een akoestisch signaal afgege
-
ven.
Zie fig. 8:
doorgangstest met zoemer
9. Onderhoud
De BENNING MM 2 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING MM 2 mag
uitsluitend
gebeuren door electrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voor-
zorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING MM 2 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
- Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING MM 2.
- Zet de draaischakelaar
in de positie „Off“ .
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat.
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING MM 2 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
- Zichtbare schade aan de behuizing
-
Meetfouten
- Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-