12/ 2017
BENNING CM P1/ P2
50
8
A
-toets
, voor het meten van de AC-stroom (BENNING CM P1) en AC/DC-stroom
(BENNING CM P2),
9
Aan-uittoets
, voor het activeren en deactiveren van de ampèretang, activering van de
digitale displayverlichting,
J
Digitale weergave
, voor de meetwaarde en de weergave van overschrijding van het bereik
K
Batterijvakdeksel
, op de achterkant van de behuizing
5. Algemene kenmerken
5.1 Algemene kenmerken van de digitale stroomtang
5.1.1 De numerieke waarden zijn op een display (LCD)
J
af te lezen met 4 cijfers van 10 mm
hoog, met een komma voor de decimalen. De grootst mogelijk af te lezen waarde is
4200.
5.1.2 De polariteitsweergave in de digitale weergave
J
werkt automatisch. Er is slechts één
pool tegen de technische stroomrichting, die wordt met “-” weergegeven (zie pijl op de
meettang).
5.1.3 De bereikoverschrijding wordt aangegeven met “0L.”.
Let op: Geen aanduiding of waarschuwing bij overbelasting!
5.1.4 De BENNING CM P1/ P2 wordt door de aan-uittoets
9
aan- of uitgezet, voor het uit-
schakelen drukt u toets
9
ongeveer 2 sec. in. Is BENNING CM P1/ P2 ingeschakeld,
kan de displayverlichting met toets
9
ingeschakeld worden. De verlichting wordt uitge-
schakeld door nogmaals op de toets te drukken of automatisch na ca. 10 seconden.
5.1.5 De keuze voor het meetbereik gebeurt automatisch.
5.1.6 De H/ INRUSH-toets (blauw)
5
heeft twee functies:
Door op de H/ INRUSH-toets
5
te drukken, wordt het meetresultaat opgeslagen. Op
het display
J
verschijnt tegelijk het symbool “HOLD”. Door opnieuw op de toets
5
te
drukken, keert het toestel terug naar de meetmodus.
In de meetmodus ‘A AC‘ wordt door langer op de H/ INRUSH-toets
5
te drukken (2
seconden) de meting van de inschakelstroom geactiveerd. Het symbool ’INRUSH‘
verschijnt tegelijkertijd op het digitale display
J
. Hierdoor wordt tijdens stroomtoevoer
(> 5 A) de meetvoortgang voor 100 milliseconden in werking gezet. Gedurende deze
tijd wordt de gemiddelde waarde aangegeven. Door langer (2 seconden) op toets
5
te
drukken, wordt de meetmodus opnieuw ingeschakeld.
5.1.7 De ∆/ LPF-toets
6
heeft twee functies:
Door op de ∆/ LPF-toets
6
te drukken, wordt de laagdoorlaatfilter met een grens-
frequentie van ongeveer 160 Hz geactiveerd. Op het digitale display
J
verschijnt
tegelijkertijd het symbool „LPF“. Druk nogmaals op toets
6
om terug te keren naar de
normale modus.
In de meetmodus ’A DC‘ (BENNING CM P2) wordt de nulwaarderegeling geactiveerd
door langer op de ∆/ LPF-toets
6
te drukken. Deze toets kan ook gebruikt worden voor
de differentiemeting (nulwaarderegeling bij elke waarde mogelijk!). Dit wordt weerge-
geven door ‘∆’ op het digitale display
J
. Druk nogmaals op toets
6
om terug te keren
naar de normale modus.
5.1.8 NCV-toets
7
:
Door op de NCV-toets
7
te drukken, wordt de spanningsdetectiefunctie (lokalisatie
van wisselstroomspanningen tot de grond) geactiveerd. Op het digitale display
J
verschijnen op dat moment het symbool
en EF weergegeven (zie 8.3). Door op de
A
-toets
8
te drukken, keert u terug naar het meetbereik.
5.1.9 A
-toets
8
:
Door op de A
-toets
8
te drukken, wordt het huidige meetbereik geselecteerd. In het
geval van de BENNING CM P2 kan door opnieuw op toets
8
te drukken tussen’DC’ en
’AC’ gewisseld worden.
5.1.10 De meetfrequentie van de BENNING CM P1/ P2 bij cijferweergave bedraagt gemiddeld
2 metingen per seconde.