95
Appendices
95
H
oo
fd
st
u
k
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
ESSID Broadcast (ESSID-uitzending)
Veel draadloze netwerkadapters die momenteel op de markt verkrijgbaar
zijn, beschikken over een functie genaamd site survey. Deze functie scant
naar beschikbare netwerken en stelt elke computer in staat automatisch een
netwerk uit de survey te selecteren. Dit gebeurt als de SSID van de computer is
ingesteld op “ANY”. Uw router van Belkin kan deze willekeurige zoektocht naar
een netwerk blokkeren. Indien u de “ESSID Broadcast”-functie uitschakelt, kan
een computer het netwerk alleen vinden als u de SSID van de computer op de
specifieke naam van het netwerk (zoals WLAN) instelt. Zorg er wel voor dat u uw
SSID (netwerknaam) kent voordat u deze functie inschakelt. U kunt uw draadloze
netwerk zo goed als onzichtbaar maken. Wanneer u de optie SSID-uitzending
uitzet, verschijnt uw netwerk niet in een site-survey. Door het uitschakelen van
de SSID-uitzending, helpt u de veiligheid te verhogen.
Encryptie
Door het gebruik van encryptie zorgt u voor een betere beveiliging
van uw netwerk. De router maakt gebruik van Wired Equivalent
Privacy (WEP) om uw gegevens te beschermen en biedt twee
encryptiemogelijkheden: 64-bits en 128-bits encryptie. Encryptie werkt
met een sleutelsysteem. De sleutel op de computer moet overeen komen
met de sleutel van de router. Er zijn twee manieren om een sleutel te
creëren. Bij de eenvoudigste methode laat u de router’s software een
passphrase (meervoudig wachtwoord) converteren naar een sleutel. Een
geavanceerde methode is het handmatig invoeren van de sleutels.
Virtuele servers
De functie “Virtual Servers” biedt u de mogelijkheid externe (internet)verbindingen
voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21) of andere
applicaties via uw router door te sturen naar uw interne netwerk. Aangezien
uw interne computers beschermd worden door een firewall, kunnen computers
buiten uw netwerk (via het Internet) de interne computers niet bereiken omdat
ze niet “zichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server” voor een specifieke
applicatie dient te configureren, neem dan contact op met de leverancier van
de applicatie om geïnformeerd te worden welke poortinstellingen u nodig hebt.
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor
de interne computer in, geeft u het poortype (TCP of UDP) op en de LAN- en
publieke poort(en) die vrijgegeven moeten worden. Selecteer vervolgens “Enable”
(Activeren) en klik op “Set” (Instellen). U kunt per intern IP-adres slechts één
poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen.
U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Het verdient aanbeveling de
instellingen te deactiveren wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt.