- 109 -
6. Reiniging en onderhoud
6.1 Veiligheidsvoorschriften
o
Zowel voor reiniging als voor reparatie de stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen en het apparaat laten afkoelen.
o
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en zorg ervoor, dat er geen water in het
apparaat komt.
o
Het is niet toegestaan het apparaat, de kabel of de stekker in water of een andere
vloeistof onder te dompelen, om elektrische schokken te vermijden.
OPLETTEN!
Het apparaat is niet geschikt voor het direct uitspoelen met een waterstraal.
Daarom is het niet toegestaan het apparaat met een hogedruk waterstraal te
reinigen!
6.2 Reiniging
o
Maak het apparaat regelmatig schoon.
o
Verwijder de flessenroosters en het plat rooster uit het apparaat. Maak ze met een
mild schoonmaakmiddel en een zachte doek schoon. Droog ze nauwkeurig af.
o
Maak de wijnkoelkast van binnen en van buiten schoon met warm water, een
zachte doek en een mild schoonmaakmiddel.
o
Wis het apparaat met schoon water af.
o
Maak de deur en de deurrubbers regelmatig schoon met een vochtige doek.
OPLETTEN!
Gebruik nooit heet water voor het schoonmaken van het apparaat!
Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen zoals schuurpoeders,
alcoholhoudende of alkalische middelen, oplosmiddelen of benzine, die de
kunststofelementen of de verflaag kunnen beschadigen.
o
Droog het apparaat na het schoonmaken af en polijst het met een zacht doekje.
Als de wijnkoelkast voor langere tijd niet gebruikt wordt:
o
Schakel het apparaat uit (temperatuurregelaar in stand „0“) en koppel
het apparaat los van het stopcontact (trekt de stekker uit).
o
Haal alle dranken uit de wijnkoelkast.
o
Maak de wijnkoelkast van binnen en van buiten schoon.
o
Laat de deur openstaan zodat de wijnkoelkast goed kan drogen.
Zo voorkomt u dat er onaangename geuren of schimmel ontstaan.