- 56 -
7. Mogelijke storingen
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSING
Het apparaat
werkt niet
•
Het apparaat is
uitgeschakeld.
•
Stroomonderbreking.
•
De omgevingstemperatuur
is lager dan 10°C.
•
Zet het apparaat aan.
•
Controleer de stroomtoevoer.
•
Verhoog de omgevings-
temperatuur boven 10°C.
De compressor
werkt, maar het
apparaat maakt
geen ijsblokjes
•
Het koelmiddel lekt.
•
Het koelsysteem is
geblokkeerd.
•
Het elektromagnetische
ventiel sluit niet.
•
De ventilatormotor van de
compressor werkt niet.
•
De sensor reageert niet.
•
Neem contact op met de
leverancier.
•
Neem contact op met de
leverancier.
•
Neem contact op met de
leverancier.
•
Controleer of de
ventilatormotor werkt.
•
Controleer of de sensor in
goede staat verkeert en of hij
op de goede plaats zit.
De compressor
werkt niet
•
Er lekt water.
•
De ijsvoorraadbak is vol.
•
De compressor stopt
regelmatig.
(De temperatuur van de
behuizing is te hoog).
•
Controleer de watertoevoer,
het waterventiel en de
watertoevoerslang.
•
Haal de ijsblokjes uit de
voorraadbak .
•
Laat het apparaat afkoelen
en schakel het na een uur
opnieuw in.
Bovenstaande gevallen worden getoond alleen als voorbeelden en richtlijnen.
Indien een dergelijk of soortgelijk probleem ontstaat, dient het toestel onmiddellijk
te worden uitgezet en de werking gestopt. Contacteer alstublieft zo snel mogelijk
een gekwalificeerde specialist of handelaar.