- 15 -
TESTING THE BICYCLE, SAFETY AND MAINTENANCE | TESTEN VAN DE FIETS +
SAFETY & MAINTENANCE | TEST DU VÉLO, SÉCURITÉ ET ENTRETIEN | TESTEN DES
FAHRRADS, SICHERHEIT UND WARTUNG
Before riding your bicycle you should perform a
safety check on level ground and away from heavy
traffic. It is important that you ensure all parts
are fastened and working properly and that you
are familiar with the controls and features of your
bike, such as the rear wheel coaster brake and
automatic gears. There are two gears that shift
automatically depending on the speed at which
you are cycling.
1. CHECK THE TYRES
Make sure that the tyres are inflated to the re-
commended pressure limit using a tyre pump with
a gauge. The pressure should not exceed the re-
commended limit as stated on the tyre. It is better
to use a hand or foot pump rather than a service
station pump as over inflation can cause the tyre
to blow out.
2. CHECK THE SADDLE
Make sure that the saddle is in line with the centre
of the bike and that the handlebar is at 90 degrees
to the wheel. Check that it is tightened sufficiently
so that it will not twist out of alignment.
3. CHECK THE BRAKES
Check that the front wheel brake is working
properly. Ride the bike at slow speed and apply
the front wheel brake using the hand lever. The
bike should come to an immediate stop. Make sure
you can apply full braking force on the hand brake
without the brake lever touching the handlebar. If
not, your brakes may need adjusting. Do not test
the full braking force when riding at fast speed
since it can cause your front wheel to stop turning
and your bike to flip over.
Check that the rear wheel coaster brake is working
properly. Start with the pedal cranks in an almost
horizontal position, and apply pressure downwards
on the back pedal. The more pressure you apply,
the greater the braking force.
Please note that the brake lever on the handle bar
controls the front wheel brake and the coaster bra-
ke controls the rear wheel brake.
4. CHECK REFLECTORS, LIGHTS AND ACCESSO-
RIES
Check that reflectors are positioned correctly.
Make sure that your front and rear lights and any
other accessories are working properly. Test the
bell on the handlebar.
WARNING: As with all mechanical components,
the bicycle is subjected to wear and high stress.
Different materials and components may react
to wear or stress fatigue in different ways. If the
design life of a component has been exceeded, it
may suddenly fail possibly causing injuries to the
rider. Any form of cracks, scratches or change of
colouring in highly stressed areas indicate that
the life of the component has been reached and it
should be replaced.
Voordat je met de fiets gaat rijden, dien je altijd eerst
een veiligheidscheck te doen op een vlakke ondergrond
en op een plek waar niet veel verkeer is. Het is be-
langrijk dat je goed controleert of alle onderdelen goed
vastzitten en juist functioneren. Zorg ook dat je goed
weet hoe je de fiets moet bedienen en hoe alles werkt,
zoals de terugtraprem en de automatische versnellin-
gen. De fiets heeft twee versnellingen die automatisch
schakelen, afhankelijk van hoe hard je gaat.
1. TEST DE BANDEN
Zorg dat de banden de juiste bandenspanning hebben.
Dat kan je het beste doen door een fietspomp met een
drukmeter te gebruiken. Pomp de banden niet harder
op dan de maximale bandenspanning zoals vermeld op
de band. Je kan het beste een hand- of een voetpomp
gebruiken in plaats van een luchtpomp bij een tanksta-
tion. Als je de band te hard oppompt, kan hij namelijk
klappen.
2. CONTROLEER HET ZADEL
Zorg dat het zadel loodrecht op het centrum van de
fiets staat en dat het stuur in een hoek van 90 graden
op het wiel staat. Controleer of het stuur goed vastzit,
zodat het niet kan gaan draaien.
3. CONTROLEER DE REMMEN
Controleer of de voorrem goed werkt. Rij langzaam een
stukje op de fiets en knijp de remhendel in. De fiets
moet in dat geval onmid-dellijk tot stilstand komen.
Zorg dat je met alle kracht kan remmen zonder dat
de remhendel het stuur raakt. Als dat niet lukt, is het
wellicht zaak om je remmen opnieuw af te stellen. Test
de volledige remkracht niet als je hard fietst. Je voorwiel
kan blokkeren waardoor je fiets over de kop kan gaan.
Controleer of de terugtraprem goed werkt. Zet de
trappers bijna horizontaal en zet kracht op de achterste
trapper. Hoe meer kracht je zet, hoe groter de rem-
kracht.
Merk op dat de handrem op het stuur het voorwiel remt
en de terugtraprem het achterwiel.
4. CONTROLEER REFLECTOREN, VERLICHTING
EN TOEBEHOREN
Controleer of de reflectoren op de juiste positie zitten.
Controleer of je voor- en achterlicht werken en dat alle
andere accessoires ook juist functioneren. Test de bel
op het stuur.
WAARSCHUWING:
Net als voor alle mechanische
onderdelen geldt ook voor deze fiets dat hij onderhevig
is aan slijtage en hoge belast-ing. Verschillende mate-
rialen kunnen anders reageren op slijtage of belasting.
Als de levensduur van een onderdeel is verstreken, kan
het opeens niet meer goed functioneren en dat kan tot
letsel bij de fietser leiden. Elke breuk, kras of verkleuring
op zwaar belaste plekken vormt een indicatie dat de
levensduur van het onderdeel is bereikt en dat het tijd is
om het te vervangen.
Summary of Contents for BI 18002873
Page 2: ......
Page 6: ...4 2 3 152131 20Nm 152131 20Nm i...
Page 7: ...5 7 100092 5Nm 4...
Page 8: ...6 5 8 100092 4Nm 2x 4Nm 6 8 100092 4Nm 2x 4Nm...
Page 9: ...7 7 8 i...
Page 10: ...8 9...
Page 11: ...9 9 10...
Page 12: ...10 11 100092 1 0 0 0 9 2 10Nm...
Page 13: ...11 12 12Nm 108490...
Page 15: ...13 14 11 his in een le 108490...
Page 16: ...14 15 16 12 R 20Nm 151753 L 151753 20Nm...
Page 22: ...20 10 1 100006 1x Max 10 kg 22 lbs 1x 139414...
Page 23: ...21 2 4 Nm 1 0 0 0 0 6 139414 4 Nm 1 0 0 0 0 6 139414...
Page 25: ...23 12 Max 25 kg 55 lbs 1...
Page 26: ...24 2 13 4 Nm 100006 2x 3...
Page 27: ...25 4 14 4 Nm 100006 2x 5...
Page 28: ...26 2 3...