
2016
- GEB1602LG59
LUCHTGORDIJNEN
GEBRUIKERS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
NL - 72.504 -
B. Schema
zie pagina 72.518 tem 72.521
SC.120.xxx
electronische continuregelaar
SC.123.xxx 5-stappentrafo
SC.124.xxx-S
5-stappentrafo met zomer-winterschakelaar
en aansluiting voor deurcontact en
vorstbeveiliging
zie pagina 72.522 en 72.523
SC.4951
Bedieningspaneel
motor met bedrijfscondensator.
wisselstroom 1 x 230 V; 50 Hz
isolatieklasse : F
beschermingsklasse : IP 31
Draairichting : de motoren hebben de juiste draairichting wanneer
de lucht uit de uitblaasmond stroomt. De draairichting veranderen
is niet mogelijk.
Aansluitingstest : De stroomopname bij alle snelheden vergelijken
met het etiket op het luchtgordijn.
Aansluiting met continuregelaar of 5-standentrafo
2+1 aansluitingsdraden zijn noodzakelijk
Er mogen geen bruggen in de motorklemmenkast ingebouwd worden.
Zie ook specifieke handleiding geleverd bij de schakelaars.
V. INGEBRUIKNAME
Voor de eerste ingebruikname dient u volgende punten na te zien :
- Controleer de spanning op het etiket van de luchtgordijnmotor met
deze van het net
- Alle electrische aansluitingen aan de hand van het bijgeleverde
schakelschema controleren
- Aarding van de motor nazien
- Stroomopname meten en met het etiket vergelijken
- Mediumleidingen spoelen en van onregelmatigheden ontdoen
- De warmtewisselaar ontluchten.
- Controleren of alle aansluitingen en ventielen geopend zijn, en of er
voedingsmedium in de warmtewisselaar aanwezig is.
- Afsluit– en regelventielen controleren
- De bevestigingspunten en de omkasting controleren
- Het luchtgordijn moet vrij kunnen in- en uitblazen. De lamellen
van de uitblaasrooster regelen.
Na ingebruikname van het luchtgordijn, dit gebruikers– en
onderhoudsboekje aan de eigenaar afgeven.
VI. ONDERHOUD
Verco luchtgordijnen zijn vervaardigd uit kwalitatieve, hoogstaande
onderdelen. Desondanks raden wij aan om regelmatig, jaarlijks, een
inspectie uit te voeren.
- De motor is onderhoudsvrij
- Motor-ventilator op werking controleren
- Alle electrische aansluitingen controleren
- De aarding controleren
- De warmte-wisselaar controleren op vervuiling en eventueel
reinigen.
!! Bij reiniging de lamellen van de warmte-wisselaar niet vervormen
of beschadigen. Indien de warmtewisselaar met een waterslang wordt
gereinigd, de waterstraal niet richten op de motor of electrische
componenten (eventueel de motor afnemen).
- Controle op lekkage van de mediumaansluitingen bij de ventielen
en de warmtewisselaar.
- Warmtewisselaar ontluchten
- De filters moeten maandelijks nagekeken worden en eventueel
gereinigd worden. Indien het stof vastkleeft, kan de filter gewassen
worden met water en een neutraal reinigingsmiddel. De frequentie
van het reinigen hangt af van de stofconcentratie in de ruimte.
- Controle en eventueel reinigen van het aanzuig- en uitblaasrooster
- Controleer de goede werking van de bedieningstoestellen zoals
schakelaars en thermostaten.
- Alle schroef– en boutverbindingen controleren en aanspannen.
VII. MOGELIJKE STORINGEN
optredende storing
mogelijke oorzaak
actie
ventilator draait niet
• luchtgordijn niet ingeschakeld
• luchtgordijn inschakelen
• geen electrische spanning
• zekering / stroomtoevoer controleren
• electrische leidingen niet aangesloten
•
electrische leidingen aansluiten (alleen door vakman)
• thermocontact is geopend
• ventilator laten afkoelen en opnieuw inschakelen
volumestroom te klein
• te laag toerental ingesteld
• hoger toerental inschakelen
• batterij vervuild
• batterijlamellen reinigen
• filter vervuild
• filter reinigen of vervangen
luchtgordijn te luidruchtig
• te hoog toerental ingesteld
• lager toerental inschakelen
• uitblaasrooster geblokkeerd of dicht
• luchtstroom vrijmaken
• lagergeruis van de ventilator
• vakman inschakelen
luchtgordijn verwarmt niet of
• lucht in verwarmingsbatterij
• batterij ontluchten
niet voldoende
• verwarmingsmedium is niet op temperatuur • ketel en /of pomp aanzetten of nazien /
installatie ontluchten
• watervolumestroom te gering
• pomp controleren / strangaftakking controleren en
juiste drukverlies instellen
• temperatuur op de regelaar te laag
• temperatuur hoger instellen
ingesteld
• batterij vervuild tussen de lamellen
• batterij reinigen