Onderdelen vervangen
Onderdelen vervangen
Sondes vervangen
1.
Zet de
aan/uit
-regelknoppen (14) van systeem I en/of II
‘uit’, afhankelijk van de sonde die vervangen dient te
worden.
2.
Verwijder de sonde(s) pas
nadat
de naalden van de lijn-
en afvoerdrukmeters van het systeem de zilverkleurige
aanslag hebben bereikt.
3.
Verwijder de sonde en vervang hem. Trek aan de
aansluitingen van de sonde om er zeker van te zijn dat
beide connectors van de sonde zijn vergrendeld.
Cilinders vervangen
1.
Draai beide
cilinderafsluiters
(19) naar ‘uit’ (rechtsom).
Zet de
aan/uit
-knoppen van het systeem herhaaldelijk op
‘aan’ en ‘uit’. Zo wordt de druk in het systeem ontlast
terwijl het gas op veilige wijze wordt afgevoerd.
2.
Wanneer de cilinderdrukmeter (17) op het filtersamenstel
‘0’ psi aangeeft, verwijdert u de cilinderjukken.
3.
Vervang de cilinders; zet de
aan/uit
-kleppen (14) in de
stand ‘uit’.
4.
Het verdient aanbeveling de filtercartridge telkens te
vervangen wanneer de cilinders worden vervangen. Zo
zorgt u voor een schone, probleemloze werking.
WAARSCHUWING: UITSLUITEND DISTIKSTOFMONOXIDE
VAN
MEDISCHE KWALITEIT GEBRUIKEN
.
Filtercartridge vervangen
1.
Draai beide
cilinderafsluiters
(19) naar ‘uit’ (rechtsom).
Zet de
aan/uit
-knoppen van het systeem herhaaldelijk op
‘aan’ en ‘uit’. Zo wordt de druk in het systeem ontlast
terwijl het gas op veilige wijze wordt afgevoerd.
2.
Wanneer de drukmeter van de cilinder ‘0’ psi aangeeft,
schroeft u de filterbus (18) los en verwijdert u deze.
3.
Schroef de filtercartridge los en vervang deze door een
nieuwe cartridge.
4.
Inspecteer de O-ring van het filter op zwelling, inkepingen,
sneden, afgeschuurde plekken of andere fysieke
beschadiging. Vervang de O-ring zo nodig.
5.
Plaats de filterbus terug en zet hem stevig vast.
LET OP: Er mag geen ruimte tussen de bus en de
behuizing zijn wanneer de bus is vastgezet.
6.
Draai één
cilinderafsluiter
naar
‘aan’ (linksom).
Inspecteer op lekken.
Uitschakelen
1.
Draai de
cilinderafsluiters
naar
‘uit’ (rechtsom). Draai de
aan/uit
-kleppen van het systeem herhaaldelijk naar ‘aan’
en ‘uit' totdat alle drukmeters ‘0’ psi aangeven en de
naalden van de afvoerdrukmeter de zilverkleurige aanslag
hebben bereikt.
2.
Zet de
aan/uit
-knoppen op ‘uit’.
3.
Verwijder de sondes.
4.
Zet de schakelaar van de
hoofdmeter
op
‘uit’. Zet de
schakelaar van de digitale TTI
(weefseltemperatuurindicator) (10) in de middelste stand.
5.
De afvoerslang kan van de console worden losgekoppeld
en opgeborgen.