Atlas Copco 8202070218, Safety Information Manual

Page: 19 / 72

RIL 4C Safety Information
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9834 5959 00
19
Beoogd gebruik
Dit product is ontwikkeld voor het hijsen van uitrusting, bin-
nen de gespecificeerde hijscapaciteit. Gebruik van een andere
aard is verboden. Uitsluitend voor professioneel gebruik.
Productspecifieke instructies
A) Installatie
1. Bevestig de last.
2. Draai het handwiel naar links om de lengte aan te
passen (L).
3. Zorg dat de lengte (L) correct is.
4. Maak de kabelklem en de kabelbuffer los en pas deze
aan.
5. Maak de kabelklem en de kabelbuffer vast.
6. Draai het handwiel ongeveer 4 slagen naar rechts om
de spanning af te stellen.
Algemene veiligheidsregels m.b.t. Installatie
Installatie van veiligheidsketting
Bevestig de veiligheidsketting tussen de stabilisator en de
hanger om te voorkomen dat het gereedschap valt vanwege
het gewicht.
• Zorg dat de veiligheidsketting zo kort mogelijk is.
• De uiteinden van de veiligheidsketting mogen niet
dezelfde bevestigingspunten hebben als de hoofdhanger.
Spanning van de draad aanpassen
WAARSCHUWING Risico op letsel
Het is van groot belang dat de kabel langzaam en
vloeiend oprolt. Door te snel oprollen kan de kabel gaan
slaan, waardoor de kabel kan breken, met schade aan
eigendommen en/of lichamelijk letsel tot gevolg.
• Spanning verhogen: Draai de knop rechtsom (+) tot de
draad de gewenste heeft bereikt en het gereedschap
langzaam omhoog en omlaag beweegt.
• Spanning verlagen: Duw de sluitveer (plastic lus) naar
rechts. Als een gereedschap aan de draad wordt beves-
tigd, houd het gereedschap dan vast om te voorkomen
dat het op hoge snelheid valt.
Draai de knop niet handmatig om de spanning te verlagen.
Hierdoor wordt de sluitveer uit de houder geduwd, waardoor
de motorveer snel en ongecontroleerd los kan draaien.
Algemene veiligheidsregels m.b.t. gebruik
Als u het kabeluiteinde tijdens het oprollen loslaat, vliegt de
kabel snel en ongecontroleerd los, waardoor slijtage aan de
kabel ontstaat, waardoor deze breekt. Laat de kabel nooit los
tijdens het oprollen. Leid de kabel altijd op de haspel tot deze
volledig is opgerold.
B) Bevestigen veiligheidsketting
Bevestig de veiligheidsketting altijd aan het juiste hulpstuk.
Algemene veiligheidsregels m.b.t. service en
onderhoud
• De hanger, de bevestiging van de veiligheidsketting en
de veiligheidsketting moeten regelmatig worden gecon-
troleerd. Staak het gebruik van de stabilisator onmiddel-
lijk als slijtage of schade wordt aangetroffen.
Algemene veiligheidsinstructies
Gevaren tijdens de installatie
• Bevestig geen gereedschapskabel of enige accessoire aan
de stabilisatorkabel.
• Zorg ervoor dat de ophangingsmethode en de steunen
van de stabilisator minimaal een veiligheidsfactor
hebben van vijfmaal de gecombineerde maximale belast-
ing plus het gewicht van de stabilisator.
• Bevestig een extra steunkabel of -ketting aan een steun
die niet vastzit aan degene die de stabilisator op zijn
plaats houdt.
• Controleer de haken, kabel en ketting van de hanger op
slijtage. Vervang eerst versleten onderdelen en begin
daarna met de installatie.
Gevaren tijdens het werken
• Overschrijd de aanbevolen belastingscapaciteit niet.
• Controleer de haken, kabels, kabelbuffers en kettingen
dagelijks op slijtage. Vervang de versleten onderdelen
alvorens de werkzaamheden voort te zetten.
• Til mensen en lasten nooit op boven de hoofden van an-
dere personen.
• Gebruik de kabel of de ketting van de stabilisator nooit
als een hijsstrop en bevestig er nooit een accessoire of
secundaire kabel aan; ze moeten vrij zijn om te bewegen
zoals bedoeld.
• De lastketting mag tijdens het heffen van een last niet
gedraaid, geknikt of beschadigd zijn.
• Centreer de stabilisator boven de last alvorens deze op te
heffen.
• De bediener moet fysiek in staat zijn om de stabilisator
te manoeuvreren.
Gevaar: repeterende beweging
• Tijden het gebruik van elektrisch gereedschap, ervaart de
bediener mogelijk een onprettig gevoel in de handen, ar-
men, schouders, nek of andere lichaamsdelen.
• Neem een prettige houding aan en zorg dat u in balans
bent. Neem geen slechte houding aan en zorg dat u niet
uit balans raakt. Voorkom een onprettig gevoel en ver-
moeidheid door regelmatig van houding te veranderen
gedurende langdurige taken.
• Negeer nooit de volgende symptomen: aanhoudend of
terugkerend ongemak, pijn, kloppende pijn, tintelingen,
gevoelloosheid, branderigheid of stijfheid. Staak het ge-
bruik van het gereedschap, stel uw werkgever op de
hoogte van uw ervaringen en neem contact op met een
arts.