19
Het mixen
Maken van de mix:
Voor de vervaardiging van beton of mortel moet de
mengtrommel in een bepaalde mengstand zijn ineengesloten
Alleen de juiste mengstand garandeert optimale
mengresultaten en garandeert een storingvrije afloop.
Betonmixer met instelschijf
Zwenkhefboom Handwiel
Zwenkhefboom c.q. handwiel bij het zwenken goed
vasthouden.
Maak de zwenkinrichting los
Zwenk de mengtrommel tot de stand overeenkomstig
uw menggoed
«
Zwenkinrichting laten ineensluiten.
Betonmixer met rem
Handwiel bij het
zwenken goed vasthouden.
Trap het rempedaal in
Zwenk de mengtrommel tot
de markering die
overeenkomt met het
menggoed.
«
Rempedaal loslaten.
Extra veiligheidsinstructies
•
Vullen en leegmaken van de mengtrommel alleen bij
lopende motor.
•
Stabiliteit van de mixer controleren.
Menggoed maken:
1.
Water en een paar scheppen additief (zand kiezel) erin
vullen.
2.
Enkele scheppen bindmiddel (cement, kalk,...) toevoegen.
3.
Punt 1 en 2 zolang herhalen tot de noodzakelijke
mengverhouding bereikt is
4.
Menggoed goed laten vermengen
Voor de samenstelling en de kwaliteit van het menggoed,
dient u een vakman te raadplegen.
Leeg maken van de mengtrommel:
Zwenkhefboom c.q. handwiel goed
vasthouden.
1.
Zwenkinrichting ontgrendelen c.q. rempedaal bedienen
2.
Mengtrommel langzaam kippen
Transport
Voor elk transport de stekker uit het
stopcontact trekken.
•
Plaats de opening van de mengtrommel bij het
transporteren of opslaan naar beneden.
Opslag
Mortel
•
Om de levensduur van een betonmixer te verlengen en
een correcte bediening te behouden, moet deze voor een
langere opslag aan de zwenkinrichting met een
milieuvriendelijke sproeiolie worden behandeld.
Beton
Reiniging
Opslag
Extra veiligheidsinstructies
Voor elke reiniging de stekker uit het
stopcontact trekken.
•
Machine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact
trekken, wanneer reinigings-werkzaamheden het
noodzakelijk maken direkt hand aan de machine te leggen
(ook met borstel, schrapper, lap enz.). Tijdens deze
reinigingswerkzaamheden de machine niet in werking
stellen.
•
Voor de reiniging verwijderde veiligheidsinrichtingen
moeten in elk geval weer correct worden aangebracht.
•
Motor en schakelaar, alsmede toevoer- en
afvoerluchtopeningen van het motorhuis niet direkt met
een waterstraal afspuiten.