
30
NL
Bediening van bedieningspaneel
1) Het apparaat inschakelen
• Zorg ervoor dat de aan/uit-knop in de stand [O]
staat. Steek de stekker van het apparaat in een
geaard stopcontact.
• Zet de groene aan/uit-knop in de stand [I] om
het apparaat in te schakelen.
• De huidige temperatuur in het apparaat wordt
weergegeven.
2) De ingestelde temperatuur controleren
• Druk op
, de ingestelde temperatuur
wordt weergegeven.
• Druk nogmaals op
of wacht langer dan
5, het display keert terug en geeft nu opnieuw
de huidige temperatuur weer.
3) De ingestelde waarde wijzigen
• U kunt de ingestelde waarde bekijken door
kort op
te drukken.
• Houd
voor minimaal 2 seconden inge-
drukt om de ingestelde waarde te wijzigen. De
momenteel ingestelde waarde wordt weerge-
geven, en het ledlampje “°C” of “°F” begint te
knipperen.
• U kunt de ingestelde waarde veranderen door
binnen 10 seconden op
of
te druk-
ken. Houd
of
ingedrukt om de waar-
de sneller in te stellen.
• Druk nogmaals op
of wacht 10 se-
conden om de nieuw ingestelde waarde op te
slaan.
4) De meeteenheid wijzigen
• Als u een parameterwaarde wilt wijzigen, open
dan de programmeermodus door
3 seconden ingedrukt te houden (het ledlamp-
je “°C” of “°F” begint te knipperen) en selec-
teer de gewenste parameter.
• Druk op
om de waarde weer te geven.
Wijzig de waarde met behulp van
of
.
• Druk op
om de nieuwe waarde op te
slaan en naar de volgende parameter te gaan.
Verlaten: Druk op
of wacht 15 se-
conden zonder knoppen in te drukken.
LET OP:
de ingestelde waarde wordt zelfs wanneer
de procedure wordt verlaten door geen knoppen in
te drukken opgeslagen.
5) Handmatig ontdooien
Opmerking: Het apparaat voert elke 6 uur auto-
matisch een ontdooicyclus uit.
• Houd langer dan 5 seconden ingedrukt.
• Het ontdooicyclus start onmiddellijk en het
pictogram licht op. Het ontdooiproces duurt
maximaal 30 minuten.
• Het ontdooiproces is een kort ontdooicyclus.
Het apparaat moet regelmatig worden geleegd
en uitgeschakeld om al het ijs volledig te ont-
dooien (indien nodig).
De deuren vergrendelen/ontgrendelen
• Er zit een slot op de deuren om ervoor te zorgen
dat voedingsmiddelen veilig in uw apparaat wor-
den bewaard.
• Gebruik de meegeleverde sleutels om de deur te
vergrendelen/ontgrendelen.
De afvalwaterbak plaatsen
• De afvalwaterbak kan in de onderkant van het ap-
paraat worden geplaatst.
• Schuif de bak in de rails die onder het apparaat
is geplaatst.
De schappen plaatsen
1) Plaats één set schapgeleiders aan beide zijden
van de kast op de gewenste hoogte.
2) Schuif het schap in de rails.
3) Herhaal stappen 1 en 2 een aantal keren om de
resterende schappen op hun plek te plaatsen.
Opmerking: dit is belangrijk voor een juiste afvoer
van condensatie.
Summary of Contents for 235164
Page 106: ...106 ...
Page 107: ...107 ...