61
NL
7.5
Een oproep beëindigen
• Druk tijdens een oproep op om de oproep te beëindigen.
OF
• Plaats de handset op het basisstation om de oproep te beëindigen.
7.6
Het volume van de handset aanpassen
Er zijn vijf niveaus (“VOLUME 1” tot “VOLUME 5”) waaruit u kunt kiezen
om het volume van de handset en de handenvrije modus in te stellen.
Tijdens een oproep:
• Druk op
/
om volume 1-5 te kiezen.
>De huidige instelling wordt weergegeven.
>Wanneer u de oproep beëindigt, blijft het laatst ingestelde niveau
behouden.
7.7 Microfoon
uitschakelen
U kunt met iemand vlak bij u praten zonder dat de persoon aan de andere
kant van de lijn u kan horen.
Tijdens een oproep:
• Druk op
om het geluid van de microfoon te dempen; “MUTED”
wordt op het scherm weergegeven.
>De persoon aan de andere kant van de lijn kan u niet horen.
• Druk nog een keer op
om de microfoon weer in te schakelen.
7.8
De beltoon van de handset uitschakelen
• Houd in de standby-modus de toets # ingedrukt om de beltoon uit te
schakelen.
>Het pictogram beltoon uit
wordt weergegeven.
• Wanneer de beltoon is uitgeschakeld, houdt u de toets # ingedrukt om
de beltoon in te schakelen.
>Het pictogram beltoon uit
verdwijnt.
7.9 Toetsvergrendeling
• Houd in de standby-modus de toets * ingedrukt om het toetsenbord
te vergrendelen.
>Het pictogram toetsvergrendeling
wordt weergegeven.