60
7.2
Bellen met directe geheugentoetsen (M1-M3)
Een directe geheugentoets (M1, M2 of M3) moet met een nummer
worden geprogrammeerd voordat hij kan worden gebruikt. Zie “Directe
geheugentoetsen instellen
“ voor meer details.
• Druk in de standby-modus op
M1
,
M2
of
M3
en houd deze toets
ingedrukt om het nummer te bellen dat onder de respectieve toets is
opgeslagen.
OF
• Druk op en druk daarna op
M1
,
M2
of
M3
en houd deze toets
ingedrukt om het nummer te bellen dat onder de respectieve toets is
opgeslagen.
>Indien er geen nummer is opgeslagen, hoort u een dubbele pieptoon.
7.3
Een oproep beantwoorden
Als de handset niet in het basisstation:
• Wanneer de telefoon rinkelt, drukt u op om de oproep te
beantwoorden; druk er opnieuw op om de handenvrije modus in te
schakelen.
Opmerking:
Als de handset in het basisstation of op een lader staat en als “AUTO
ANS” is ingeschakeld: wanneer de telefoon rinkelt, pakt u de handset
op om de oproep automatisch te beantwoorden zonder op een toets te
moeten drukken.
7.4 Functie
audioboost
Met de functie audioboost kunt u het volume van de handset sterk
verhogen.
• Druk op
tijdens een oproep om de functie audioboost in te
schakelen.
>Het lampje boven op de handset licht op.
• Wanneer de functie audioboost is geactiveerd, drukt u op
/
om het
volume van de handset binnen het specifi eke in de equalizer ingestelde
frequentiebereik te verhogen of te verlagen.
• Druk opnieuw op
om de functie audioboost uit te schakelen en naar
het normale handsetvolume terug te keren; het lampje boven op de
handset gaat uit.
>De functie audioboost zal automatisch worden uitgeschakeld
wanneer de oproep is beëindigd.