ADVANSEA FX-400, User Manual

Page: 140 / 183

User manual FX-400 - 21 -
Als u van gedachten verandert:
• Voordat u in de “bewerkingsmodus”op SELECT/ENT drukt, houdt u de
toets ingedrukt om naar een vorig menuniveau terug te keren.
Verlaten van menu’s en terugkeren naar communicatiefuncties:
• Druk op de toets. Als u niet op de SELECT/ENT knop hebt
gedrukt om een nieuwe waarde op te slaan, worden er geen wijzigingen
aangebracht.
6.7 Main Menu Items
DIRECTORY
De DSC-oproepdirectory is een lijst met namen en bijbehorende MMSID’s die u
invoert en opslaat voor DSC-oproepen (maximaal 32 ID’s) Gegevens kunnen
worden toegevoegd en bewerkt om uw directory up-to-date te houden.
Naam en MMSID aan de directory toevoegen:
• Houd de toets ingedrukt. Het item DIRECTORY verschijnt op de
display.
Druk op de SELECT/ENT toets. Als de directory leeg is blijft het scherm dat ook,
alleen het kanaalnummer verschijnt. Als bestaande gegevens verschijnen,
beweegt u de cursor naar een lege regel. Als er geen lege regels zijn, is de
directory vol en moeten eerdere gegevens overschreven worden.
• Druk op de SELECT/ENT knop. Het scherm DIRECTORY NAME/ID
verschijnt met een knipperende cursor naast de naamregel.
INT DIRECTORY
NAME/ID
>
Name and ID Scherm
• Druk op de SELECT/ENT knop of op de toets om de cursor naar
het eerste karakter op de naamregel te bewegen.
LET OP
U kunt de letters in de velden voor de naam en ID invoeren met de
SELECT/ENT knop of met de microfoontoetsen.
U kunt alle letters van het alfabet gebruiken, de spatie en de cijfers 0-9,
leestekens en een aantal symbolen. Wanneer u de SELECT/ENT knop gebruikt,
vindt u de spatie na de letter Z. In het ID-veld zijn alleen cijfers toegestaan.
In de volgende tabel staan de karakters die in het naamveld kunnen worden
ingevoerd met behulp van de microfoontoetsen.