51
52
Identificatie van elke component
5
4
2
1
3
6
1. Mondstuk en Opening om het mondstuk aan te brengen
2. OLED display (3-cijferig op ‰ en mg/L of 4-cijferig op % BAC)
3. Startknop
4. Luchtuitlaat (altijd dit deel gedeblokkeerd)
5. Klep batterijvak (op de achterkant van het apparat)
6. Menuknop (voor verschillende apparaatinstellingen)
Voor het meest nauwkeurige meetresultaat
A)
Wacht na de laatste slok alcohol minstens 15 minuten voor u de alcoholtest uitvoert. Eet,
drink of rook niet tijdens deze wachttijd.
B)
Open de behuizing niet.
C)
Bewaar de alcohol testeenheid niet in een koude, warme, vochtige of slecht verluchte ruimte.
D)
Bewaar de alcohol testeenheid buiten het bereik van kinderen.
E)
Voer, wanneer het toestel lange tijd zonder gebruik werd bewaard, eerst drie “inlooptests” uit
voor u de eigenlijke alcoholtest uitvoert.
F)
Laat de alcohol testeenheid niet vallen.
G)
Vervang de batterij wanneer de display moeilijk kan worden gelezen. Een lage batterijspanning
kan eveneens voor gevolg hebben dat verkeerde metingen worden doorgevoerd.
H)
Voer geen test uit in een lawaaierige omgeving (lawaai stoort de sensor) of in een slecht
verluchte ruimte.
I)
Na een testresultaat van 1,00 promille of hoger moet de sensor langer tot rust komen. Wacht
in dat geval ten minste drie minuten voor de volgende test.
J)
Voer geen tests uit in een zeer koude, zeer warme of slecht verluchte rokerige ruimte.
K)
Bewaar de alcohol testeenheid zo dat er geen stof of vloeistoffen in het toestel kunnen
dringen.
L)
Blaas niet te hard op het toestel. Dit kan de sensor beschadigen (vooral wanneer bij het
blazen voor speeksel in het toestel terechtkomt).
Voorbereidingen voor de test
1.
Leg 2 AA-batterijen in het batterijvak. Verwijder hiervoor voorzichtig het deksel van het
batterijvak aan de achterkant van het apparaat (1.A) en leg 2 AA batterijen. Let op de polariteit
van de batterij (+/-), (1.B). Sluit het deksel van het batterijvak.
1.A
1.B
2.
Steek een mondstuk in de sleuf aan de zijkant die bedoeld is voor de montage van een
mondstuk. Zorg ervoor dat het mondstuk goed vastzit. Gebruik per testpersoon een nieuw
mondstuk.
Uitvoeren van de test
1.
Druk gedurende 2 seconden op de startknop aan de voorkant van de blaastest (dit is
de bovenste knop). Het apparaat piept één keer en het display toont kortstondig de in het
apparaat ingestelde alarmlimiet, datum en tijd; bovendien branden er tegelijkertijd een groen
en een rood lampje boven het display. „WAARSCHUWING OMHOOG“ verschijnt dan op het
display en tegelijkertijd gaat er een lijn van links naar rechts (het apparaat warmt op).
2.
Aan het einde van de opwarmfase geeft het apparaat tweemaal een pieptoon en verschijnt
„START BLOW“ op het display.
Opmerking:
Druk kort op de menuknop zodra „START BLOW“ verschijnt als u 10 vorige
testresultaten wilt controleren met een staafdiagram, zodat u visueel kunt controleren of uw
testresultaten hoger zijn dan de alarmgrens die u in het menu hebt ingesteld.