Veiligheid
4 - NL
VA Master FAM540
CI/FAM540-X1
1 Veiligheid
1.1
Algemene informatie over de veiligheid
Het hoofdstuk “Veiligheid” bevat een overzicht van veiligheidsaspecten die van belang zijn voor
de werking van het toestel.
Het toestel werd gebouwd volgens de richtlijnen die momenteel van toepassing zijn. Bovendien
is het toestel bedrijfsveilig geconcipieerd. Het toestel is gekeurd en verlaat de fabriek in
veiligheidstechnisch perfecte toestand. Om deze toestand tijdens de werking te behouden
dienen de instructies in deze handleiding alsook de geldige documentatie en certificaten worden
in acht genomen c.q. opgevolgd.
De algemene veiligheidsvoorschriften dienen tijdens de werking van het toestel absoluut te
worden nageleefd. Naast de algemene aanwijzingen bevatten de afzonderlijke hoofdstukken
van de handleiding beschrijvingen van acties of handelingsaanwijzingen die voorzien zijn van
concrete veiligheidsinstructies.
Een optimale bescherming van personeel en milieu is eerst gegarandeerd wanneer alle
veiligheidsinstructies worden opgevolgd.
1.2
Doelmatig gebruik
Dit apparaat is bestemd voor de volgende gebruiksdoeleinden:
• Doorleiding van vloeibare of gasvormige meetstoffen.
• Debietmeting van het werkvolume of massa-eenheden (bij constante druk / temperatuur),
wanneer een fysieke massa-eenheid gekozen werd.
Het beoogde gebruik bevat ook de volgende punten:
•
De aanwijzingen in deze handleiding worden nageleefd en opgevolgd.
• De technische grenswaarden dienen te worden nageleefd, zie hoofdstuk "Technische
grenswaarden".
• De toelaatbare meetstoffen dienen in acht te worden genomen, zie hoofdstuk "Toelaatbare
meetstoffen".
1.3
Ondeskundig of onachtzaam gebruik
De volgende gebruiksdoeleinden zijn niet toegestaan:
•
Werking als elastisch compensatiestuk in buisleidingen, bijv.. voor het compenseren van
verplaatsingen, trillingen, of verlengingen van de buis enz.
• Gebruik als klimhulp, bijv. voor montagewerkzaamheden.
• Gebruik als houder voor externe lasten, bijv. als houder voor buisleidingen enz.
• Aanbrengen van een materiaalcoating, bijv. door overlakken van het typeplaatje of
aanlassen/aansolderen van onderdelen.
• Verwijderen van materiaal, bijv. door een gat in de behuizing te boren.
Reparaties, modificaties, uitbreidingen evenals de montage van reservedelen mogen uitsluitend
conform de handleiding worden uitgevoerd. Verdergaande werkzaamheden mogen allen in
overleg met ABB Automation Products GmbH worden uitgevoerd. Hiervan uitgezonderd zijn
reparaties door werkplaatsen die door ABB geautoriseerd zijn.