Inbedrijfstelling
20 - NL
VA Master FAM540
CI/FAM540-X1
5 Inbedrijfstelling
5.1
Algemene informatie
Algemene opmerkingen
• In het geval van vloeistoffen zorgvuldig ontluchten om drukgolven door gasbellen te
voorkomen.
• In het geval van gassen de stromingsdruk langzaam verhogen.
• In het principe dient het debiet door middel van instelventielen (regelventielen) zodanig te
worden gevarieerd dat de vlotter niet blootgesteld is aan stootslagen. Anders kan de
debietmeter worden beschadigd.
• De optionele gasdemping mag niet worden gebruikt om stootslagen te compenseren.
Controle voordat de hulpenergie is ingeschakeld
Voorafgaand aan de ingebruikname van het apparaat dient de volgende punten in acht te
worden genomen:
• De bedrading is juist tot stand gebracht volgens aansluitschema, zie hoofdstuk "Elektrische
• De aarding van de opnemer is juist uitgevoerd.
• De omgevingscondities komen overeen met de specificatie.
• De hulpenergie komt overeen met de specificaties op het typeplaatje.
Controle na het inschakelen van de hulpenergie
Na de ingebruikname:
• De meetstofparameters dienen overeenkomstig de bedrijfsomstandigheden te worden
gecontroleerd en, zo nodig, te worden geconfigureerd.