Montage
12 - NL
Sensyflow FMT400-VTS, FMT400-VTCS
CI/FMT400-VTS/VTCS-X1
4.2
Inbouw meetwaardeopnemer en buiscomponenten
Buiscomponenten zijn in constructie 1 als tussenflensuitvoering, en in constructie 2 als
deelmeettraject, leverbaar (zie Afb. 2) en moeten met de juiste pakkingen spanningsvrij
(zonder torsie / buiging) in de pijpleiding worden ingebouwd.
Pakkingen mogen de openingsdiameter van de pijpleiding niet veranderen en moeten na
montage van de meetwaardeopnemer en buiscomponent absoluut dicht zijn. De pakkingen
moeten gecontroleerd worden op compatibiliteit met meetstof en meetstoftemperatuur.
Bij buiscomponent constructie 1 (tussenflensuitvoering) moet op gecentreerde inbouw worden
gelet. De binnendiameter van buis en flans moeten exact overeenstemmen. Iedere rand, kant of
onzuivere lasnaad vermindert de meetnauwkeurigheid.
De montage wordt bijvoorbeeld aan de hand van de buiscomponent, constructie 1, in
tussenflensuitvoering beschreven. Deze methode geldt overeenkomstig ook voor de
buiscomponent in constructie 2 en de lasadapter.
De stroomrichting moet overeenstemmen met de peil op de buiscomponent. De centreerstift op
de buiscomponent resp. lasadapter moet zich aan de uitloopzijde (achter de meetlocatie)
bevinden.
G00793
2
1
5
4
3
Afb. 3: Schematische afbeelding van de buiscomponent constructie 1 in de
tussenflensuitvoering
1
Centreerstift, uitloopzijde
2
Meetwaardeopnemer FMT400-VTS
3
Meetomvormer
4
O-ring
5
Buiscomponent constructie 1
in
tussenflensuitvoering
DN 40 .... DN 200 (ASME 1 1/2 ... 8“)