18
NL
●
de meter is beschadigd;
●
de bloedketonen-testresultaten niet overeenkomen met hoe u zich voelt;
●
u de werking van de meter en de GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor
teststrips wilt controleren wanneer u ze voor het eerst ontvangt of elke keer
dat u hun werking wilt controleren voorafgaand aan een bloed-β-ketonentest.
AANWIJZINGEN
●
Gebruik alleen de controlevloeistoffen GLUCOFIX
®
TECH Ket Control
(apart geleverd) om uw meter en GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor
teststrips te testen. Gebruik geen andere controlevloeistoffen omdat dit
kan leiden tot onnauwkeurige resultaten.
●
Gebruik de GLUCOFIX
®
TECH Control controlevloeistoffen niet voor het
testen van de GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor: dit zou verkeerde
resultaten geven.
LET OP
●
Gebruik de controlevloeistoffen niet na hun vervaldatum. De vervaldatum
is op het controlevloeistofflesje aangegeven naast het symbool.
●
Voor nauwkeurige testresultaten de meter, teststrips en controlevloeistof
ten minste 30 minuten aan de omgeving laten acclimatiseren alvorens
de controletest uit te voeren:
- temperatuur: 10 tot 40 °C (50 tot 104 °F);
- luchtvochtigheid: < 85% RH.
●
Gebruik de controlevloeistoffen niet als 3 maanden of meer zijn
verstreken sinds het flesje voor het eerst werd geopend.
●
Drink de controlevloeistof niet. Deze is niet voor menselijke consumptie
bestemd.
●
Vermijd contact van de vloeistof met de huid en de ogen aangezien dit
ontstekingen kan veroorzaken.
Ga als volgt te werk om een ketonen-controlevloeistoftest uit te voeren:
1. Schuif een nieuwe GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor teststrip in de
teststripopening. Het druppelsymbool begint te knipperen op het display en
het ketonensymbool “Ket” verschijnt in de linker onderhoek van het display.
Indien er niets op het display verschijnt, verwijder de teststrip dan, schuif
hem opnieuw in de opening en wacht tot het druppelsymbool gaat knipperen.
2. Schakel de CTL-modus in (§2.1)
5. Measuring y
our blood β-k
et
one le
vels