3M Protecta, User Instruction Manual

Page: 49 / 68

49
3.0 INSTALLATIE
;
De installatie van het anker voor de DBI-SALA-glijstang moet worden gecontroleerd door een bevoegde persoon
1
.
De installatie dient te worden gecertificeerd door een gekwalificeerde persoon
2
die aangeeft dat voldaan wordt aan
de criteria voor een Gecertificeerde Verankering, of dat het systeem in staat is om de potentiële krachten die teweeg
zouden kunnen worden gebracht tijdens een val op te vangen.
12
3.1 PLANNING: Plan uw valbeveiligingssysteem voordat u de valstop voor de glijstang plaatst. Let op alle zaken die uw
veiligheid kunnen beïnvloeden vóór, gedurende en na afloop van een val. Neem alle eisen, beperkingen en specificaties
die in Sectie 2 en Tabel 1 zijn gedefinieerd in beschouwing.
;
Eindstops: Eindstops, die voldoen aan de vereisten voor valstopkracht van tabel 1, moeten aan beide uiteinden van
de stang aanwezig zijn. Als de stang schuin of verticaal staat, moet de valstop van de glijstang zich naast de onderste
eindstop bevinden, om te voorkomen dat de valstop van de glijstang tijdens een val beweegt.
3.2 DE VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG AANBRENGEN DE VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG KAN WORDEN
GEÏNSTALLEERD OP STANGEN DIE VOLDOEN AAN DE VERANKERINGSVEREISTEN IN TABEL 1. ZIE
AFBEELDING 1 VOOR DE TOELAATBARE BREEDTE VAN DE STANGFLENS (A) EN DIKTE (B) VOOR ELK MODEL
VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG. DE VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG KAN WORDEN GEMONTEERD OP DE
BOVENKANT (A), AAN DE ONDERKANT (B) OF AAN DE ZIJKANT (C OF D) OP DE STANG (ZIE AFBEELDING 7).
AFBEELDING 8 ILLUSTREERT DE INSTALLATIE VAN DE VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG. DOE HET VOLGENDE
OM DE VALSTOP VOOR DE GLIJSTANG TE INSTALLEREN:
1. Druk op elke eindhaak op de tabvergrendeling, pas de eindhaken aan zodat ze over de stangflens passen met de
connectorring gecentreerd tussen de eindhaken en laat vervolgens de tabvergrendeling los.
2. Plaats de valstop voor de glijstang op de stangflens met de connectorring in het midden op de stang. Schuif de
eindhaken naar binnen tot ze vast op de stangflens liggen.
3. Verplaats de eindhaken met de tabvergrendeling in vergrendelde positie enigszins naar binnen of naar buiten om te
zorgen dat de vergrendelpallen volledig in contact zijn met de staaftanden.
;
Speling van de eindhaak: De totale speling tussen de eindhaken en de stangflens mag niet groter zijn dan
14,3 mm. Zie Afbeelding 1.
4. Inspecteer uw installatie om te controleren of de valstop van de glijstang op geen enkel punt langs de beoogde
bewegingsbaan of aan de verbindingen of uiteinden van de stang kan komen. Verbindingen tussen stangdelen
moeten gelijk zijn met een maximale tussenruimte van 12,7 mm.
4.0 GEBRUIK
4.1 VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK: Zorg ervoor dat uw werkgebied en persoonlijk systeem voor valbescherming
(PFAS) voldoet aan alle criteria zoals gedefinieerd in Sectie 2 en dat er een formeel reddingsplan aanwezig is. Inspecteer
de valstop voor de glijstang volgens de inspectiepunten van de ‘ gebruiker ’ die gedefinieerd staan in het ‘ inspectie- en
onderhoudslogboek ’ (Tabel 2). Gebruik het systeem niet indien inspectie een onveilige of defecte conditie aantoont. Stel
het systeem buiten gebruik en vernietig het, of neem contact op met 3M aangaande de vervanging of reparatie van het
systeem.
4.2 VALSTOPVERBINDINGEN: De valstop voor de glijstang wordt gebruikt met een volledig lichaamsharnas en
energieabsorberende draagriem of Self-Retracting Device (SRD - zelfoprollend apparaat). Afbeelding 9 illustreert de
verbinding van de draagriem (A) of SRD (B) tussen het harnas en de valstop voor de glijstang. Verbind de draagriem of
SRD tussen de D-ring op de valstop voor de glijstang en de D-ring aan de achterkant op het harnas, zoals aangegeven in
de instructies bij de draagriem of SRD.
5.0 INSPECTIE
5.1 INSPECTIEFREQUENTIE: De valstop voor de glijstang moet worden geïnspecteerd op intervallen die Hoofdstuk
1 vermeld staan. De inspectieprocedures zijn beschreven in het “Logboek voor inspectie en onderhoud” (tabel 2).
Inspecteer alle overige onderdelen van het valstopsysteem volgens de frequenties en procedures zoals beschreven in
betreffende instructies van de fabrikant.
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een verhoogde frequentie van
inspecties vereisen.
;
Valstoppen voor glijstangen zijn voorzien van een Radio Frequentie Identificatie (RFID)-tag. De RFID-tag kan
worden gebruikt samen met de in de hand gehouden draagbare lezer, om de inspectie en voorraadcontrole te
vereenvoudigen. Ook wordt er een dossier aangelegd over uw valbeveiligingsuitrusting.
1 Deskundige:
Een persoon die in staat is om bestaande en voorspelbare gevaren in de werkomgeving of -omstandigheden te identificeren die onhygiënisch,
gevaarlijk of riskant zijn voor werknemers, en die bevoegd is om direct corrigerende acties te ondernemen om deze te elimineren.
2 Gekwalificeerd persoon:
Een persoon met een erkende graad of een professioneel certificaat en uitgebreide ervaring op het gebied van valbeveiliging. Deze
persoon moet in staat zijn tot het ontwerpen, analyseren, evalueren en specificeren van producten op het gebied van valbeveiliging.