NL - 2
3 Overzicht en principe
Lees dit hoofdstuk indien u geïnteresseerd bent in de wer-
king van de ComfoCool.
De ComfoCool is voorzien van een compressiekoelsys-
teem, zoals ook wordt toegepast in koelkasten. De elek-
trisch aangedreven compressor
(P)
pompt een koudemid-
del rond, dat achtereenvolgens langs de condensor
(M)
,
het capillair
(K)
en de verdamper
(L)
komt.
In de condensor
(M)
gaat het koudemiddel over van de
gasvorm naar de vloeistofvorm (condenseren). Bij het con-
denseren komt energie vrij, die wordt afgegeven aan de
lucht die wordt afgevoerd uit de woning.
Het capillair
(K)
zorgt voor drukverlaging van het koude-
middel, waardoor het gaat koken. Denk hierbij aan de snel-
kookpan, die door drukverhoging zorgt voor een verhoogd
kookpunt.
In de verdamper
(L)
gaat het koudemiddel over van de
vloeistofvorm in de dampvorm. Deze faseovergang kost
energie, die wordt onttrokken aan de verse toevoerlucht
(D)
. De toevoerlucht koelt hierdoor af. De lamellen van de
verdamper
(L)
zijn kouder dan de lucht die erlangs stroomt.
Hierdoor ontstaat condensaat, waardoor de lucht wordt
ontvochtigt. Het condensaat wordt afgevoerd naar de rio-
lering.
Het resultaat is, dat energie verplaatst wordt van de toe-
voerlucht
(D)
(die daardoor afkoelt en ontvochtigt) naar de
afvoerlucht
(F)
(die daardoor opwarmt). De combinatie van
ComfoCool en warmteterugwinunit koelt efficiënter, door-
dat de warmteterugwinunit zich bij hogere buitentempera-
turen gedraagt als “koudeterugwinunit”. Warme verse lucht
wordt dan voorgekoeld door de warmteterugwinunit en ver-
volgens extra gekoeld door de ComfoCool.
4 Installatie
4.1. Installatievoorwaarden
Om vast te stellen of de installatie van de ComfoCool in een
bepaalde ruimte mogelijk is, moet rekening worden gehou-
den met de volgende aspecten:
Algemeen
• De ComfoCool dient te worden geïnstalleerd volgens de
algemene en plaatselijk geldende veiligheids- en instal-
latievoorschriften van o.a. elektriciteit- en waterleiding-
bedrijf alsmede de voorschriften volgens deze handlei-
ding.
• De omgevingstemperatuur op de plaats van de instal-
latie dient te voldoen aan klimaatzone N (16˚C – 32˚C).
• De warmteterugwinunit dient op een onderstel te wor-
den geplaatst (zie onder servicedelen), welke op een
stabiele vloer staat. De ComfoCool wordt bovenop een
adapterset geplaatst, welke op de warmteterugwinunit
is gemonteerd.
Plaatsing op een aan de wand gemonteerde warmte-
terugwinunit is om veiligheidsredenen NIET toelaat-
baar
.
• De ComfoCool is voorzien van een valbeveiliging. Deze
dient stevig aan de muur te worden bevestigd.
• In de ruimte dienen aanwezig te zijn: luchtkanaalaan-
sluitingen Ø180mm, elektrische aansluiting 230V met
voldoende capaciteit en voorzieningen voor condensaf-
voer.
• De dakdoorbrekingen dienen lucht- en dampdicht te
worden afgewerkt.
•
LET OP: Alle toe- en afvoerkanalen dienen damp-
dicht te worden geïsoleerd.
Dit ter voorkoming van
condensvorming aan de binnen- of buitenzijde van de
kanalen en ter verbetering van het koelrendement.
• Het luchtafvoerkanaal dient afwaterend naar het appa-
raat te worden geïnstalleerd.
• Het condenswater dient vorstvrij, onder afschot en met
gebruik van een sifon te worden afgevoerd.
• Sluit beslist geen motorwasemkap op dit systeem aan.
• De ComfoCool dient voorzien te zijn van geluidsdem-
pers, zowel op de toevoer- (D) als de retourslang (A),
direct op het toestel. Voor meer informatie hierover kunt
u contact opnemen met Zehnder.
• De plaats van de installatie moet zodanig worden geko-
zen, dat rondom het toestel voldoende ruimte aanwezig
is voor luchtaansluitingen, toe- en afvoerleidingen en
het uitvoeren van installatiewerkzaamheden. Houdt vóór
het toestel een ruimte van minimaal 1 meter vrij. Aan de
kant van de condensafvoer dient minimaal 250mm te
worden vrijgehouden.
ComfoAir 350 Luxe
• De hoogte dient ter plaatse minimaal 185cm vermeer-
derd met de benodigde hoogte voor de kanaalaanslui-
tingen te zijn.
ComfoAir 550 Luxe
• De hoogte dient ter plaatse minimaal 173cm vermeer-
derd met de benodigde hoogte voor de kanaalaanslui-
tingen te zijn.
Om goede en tochtvrije luchtdoorstroming in de woning te
verkrijgen, is er onder de binnendeuren bewust een ope-
ning vrijgelaten. Wanneer deze openingen worden afge-
dicht door bijvoorbeeld deurrubbers of hoogpolig tapijt, zal
de luchtdoorstroming in de woning stagneren. Het systeem
zal hierdoor niet optimaal functioneren.