5 Onderhoud
Zorg dat uw ventilatiesysteem elke 4 jaar wordt
gecontroleerd en gereinigd door een installateur.
Opmerking:
alleen een erkend koeltechnisch installateur
mag het toestel demonteren en reinigen.
Condensafvoer reinigen
Uw ventilatiesysteem is uitgerust met sifons voor de
condensafvoer. De comfortunit voert in bedrijf 2,5 liter
condens per uur af. Het is dus belangrijk, dat de sifons,
maar vooral ook de aansluiting van de condensafvoer
op de riolering schoon en open zijn. Controleer daarom
jaarlijks uw condensafvoer.
Reinigen ventilatieventielen
Uw ventilatiesysteem is uitgerust met ventielen voor de
luchttoevoer en voor de luchtafvoer. Afvoerventielen
zitten in de wand of het plafond van keuken, badkamer
en toilet. Toevoerventielen zitten in de wand of het
plafond van de woonkamer en de slaapkamers. Reinig
de ventielen wanneer op de ventielen vuil zichtbaar
is. Pak het ventiel aan de buitenrand vast en trek het
met een draaiende beweging in zijn geheel uit plafond
of muur. Reinig het ventiel met een sopje, spoel na en
droog het goed af. Plaats het ventiel altijd terug zoals
u het uit de wand of het plafond heeft gehaald. Let
daarbij op, dat u de ventielen niet verwisselt en dat u de
instelling van het ventiel niet verandert.
Filters
Uw ventilatietoestel is uitgerust met filters die ervoor
zorgen dat de warmtewisselaar van het ventilatietoestel
minder vervuild raken door stof. Het is van groot
belang dat deze filters tijdig worden gereinigd of
vervangen. Raadpleeg hiertoe de handleiding van het
ventilatietoestel.
6 Wat moet ik doen?
Het bedieningspaneel meldt een storing
Wanneer het systeem een storing detecteert, verschijnt
een melding op het bedieningspaneel. Noteer de code.
■
Probeer eerst de storing op te heffen door
naar RESET FOUT te gaan en BEVESTIGEN te
kiezen. Raadpleeg hiertoe de handleiding van het
bedieningspaneel.
■
Controleer ook of het toestel en het ventilatietoestel
stroom krijgen. Het toestel is aan de zijkant voorzien
van stekkerconnectoren. Controleer of de stekkers
stevig in de connectoren bevestigd zijn.
■
Als de storing zich blijft voordoen, neem dan contact
op met een installateur die gespecialiseerd is in
ventilatie en koeling.
Het toestel schakelt niet in
Schakelt het toestel niet in? Controleer dan het
volgende:
■
Staat de ventilatie op de juiste stand? Op stand
Afwezig schakelt het toestel niet in.
■
Is de temperatuur correct ingesteld? Pas wanneer
de retourluchttemperatuur van het ventilatietoestel
hoger is dan het ingestelde temperatuurprofiel zal het
systeem inschakelen.
■
Is het buiten koud? Wanneer het buiten koud is (<
12˚C) zal de actieve luchtkoeling niet inschakelen.
■
Is het buiten kouder dan binnen? Wanneer het buiten
kouder is dan binnen, maakt het systeem gebruik
van de bypass, zodat de lucht op een energiezuinige
manier wordt getemperd. Zie hoofdstuk 3 voor meer
informatie.
■
Is het herfst of winter? In het stookseizoen zal
het systeem geen gebruik maken van de actieve
luchtkoeling.
■
Is het toestel tijdelijk uitgeschakeld? In het
TAAKMENU vindt u daarvoor een menu. Alleen
wanneer deze instelling in het COMFOCOOL-menu
op “AUTO” staat, zal het toestel inschakelen.
■
Is het toestel net uitgeschakeld? Om
veiligheidsredenen duurt het 5 minuten voordat het
toestel opnieuw wordt ingeschakeld.
■
Is het toestel aangemeld op het bedieningspaneel?
Als het toestel niet is aangemeld verschijnt de
storingscode “CCOOL_ CONNECT ERROR” op het
display van het ventilatietoestel.
Het toestel schakelt in, maar de temperatuur in mijn
woning verandert niet.
Wanneer uw woning niet (voldoende) afkoelt, terwijl het
toestel is ingeschakeld, kunt u het volgende doen:
■
Zet de ventilatie op stand 3. Hoe meer u ventileert,
hoe meer koele lucht de woning krijgt.
■
Zorg voor zonwering. De zon is een zeer krachtige
warmtebron. Wanneer u veel lichtinval heeft, zal
dit de woning sterk opwarmen. Deze opwarming is
mogelijk sterker dan de afkoeling door het toestel.
■
Het toestel is in staat de temperatuur in de woning
enkele graden te verlagen. We adviseren het
temperatuurprofiel in de zomer op KOEL in te stellen.
Onregelmatige ventilatie
Wanneer u de ventilatie op stand 1 heeft ingesteld,
zal het toestel af en toe het luchtdebiet van het
ventilatietoestel verhogen om de koeltechnische
componenten op een aanvaardbare temperatuur te
houden. Wanneer u deze functie niet wilt gebruiken, kunt
u de ventilatie instellen op stand 2 of 3.
Uw installateur heeft een tijdsprogramma ingesteld
op het ventilatietoestel dat ervoor zorgt dat de unit 5
minuten per dag wisselt tussen STAND 3 en STAND
AFWEZIG. Dit zorgt voor een optimale werking van het
toestel. U hoeft hiervoor zelf geen actie te ondernemen.
6 - NL
NL - 7
