8
1
POWER-schakelaar
Zet deze schakelaar in de
ON
stand om de stroom voor
de subwoofer in te schakelen. Wanneer de subwoofer
is ingeschakeld zal de stroomindicator (
4
) op het
achterpaneel groen oplichten. Druk nog eens op deze
schakelaar om deze in de
OFF
stand te zetten om de
subwoofer uit te schakelen.
2
OUTPUT (TO SPEAKERS)-aansluitingen
Gebruik deze voor aansluiting op de
hoofdluidsprekers. Signalen van de
INPUT1
-
aansluitingen worden naar deze aansluitingen
gezonden.
(Zie
“
AANSLUITINGEN
”
voor nadere
bijzonderheden.)
3
VOLUME-regelaar
Regelt het volumeniveau. Draai de regelaar rechtsom
om het volume te verhogen en linksom om het volume
te verlagen.
4
Spanningsindicator
Licht groen op wanneer de stroomschakelaar (
1
) is
ingeschakeld; gaat uit wanneer de stroomschakelaar
wordt uitgeschakeld.
5
HIGH CUT-schakelaar
Selecteert het afsnijpunt voor hoge frequenties.
Normaal gesproken kan deze schakelaar op
LOW
worden ingesteld, indien nodig kunt u de schakelaar op
HIGH
zetten. (Raadpleeg bladzijde 9.)
6
INPUT2-aansluitingen
Gebruik deze aansluitingen voor de ontvangst van
lijnniveausignalen vanaf de versterker.
(Zie
“
AANSLUITINGEN
”
voor nadere
bijzonderheden.)
7
INPUT1 (FROM AMPLIFIER)-aansluitingen
Via deze aansluitingen kan de subwoofer worden
aangesloten op de luidsprekeraansluitingen van de
versterker.
(Zie
“
AANSLUITINGEN
”
voor nadere
bijzonderheden.)
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
POWER
VOLUME
OUTPUT
TO SPEAKERS
INPUT
2
/MONO
HIGH LOW
HIGH
CUT
INPUT 1
FROM AMPLIFIER
ON
OFF
/MONO
HIGH LOW
HIGH
CUT
INPUT 1
FROM AMPLIFIER
INPUT
2
OUTPUT
TO SPEAKERS
1
3 4
7
6 5
2
VOLUME
Achterpaneel