8
NL
INS T EL L IN GE N
Via het instellingenmenu zijn de fabrieksinstellingen eventueel aan te passen.
Lees eerst onderstaande informatie goed door voordat de laadomvormer in
de instelmodus gezet wordt.
Het instellen bestaat uit 4 onderdelen:
1: het bepalen van de onderspanning (accubewaking battery DC input)
2: het bepalen van de herstartspanning (na onderspanning DC input)
3: het bepalen van de laadstroom
4: het bepalen van het laadprofiel
Laadprofielen
De laadomvormer bevat 5 laadprofielen:
AGM/WET/GEL/LI/Custom program.
De bijbehorende laadspanningen zijn terug te vinden in de technische
specificaties in de bijlage achter in deze gebruiksaanwijzing.
In de laadprofielen
‘LI’ (lithium) of ‘Custom program’ kan de hoofd
-laadspanning
en de druppellaadspanning gepersonaliseerd worden.
Bij het laden van een lithium/LiF
ePO4 accu dient altijd voor de setting ‘LI’
gekozen te worden. Deze setting mag niet voor een loodaccu gebruikt worden.
De setting ‘Custom
program’ is daarentegen alleen geschikt voor loodaccu’s.
Af fabriek staat de omvormer ingesteld
op ‘WET’
.
Belangrijk
De standaard laadprofielen zijn alleen een richtlijn. Kies aan de hand van de
laadinstructies van de betreffende accu het best passende laadprofiel of
laadinstelling. Stel de laadspanning nooit in naar eigen inzicht.
Het instellen van de laadomvormer
Om de instelmodus te kunnen activeren, moet de ‘battery
DC
input’
aangesloten zijn.
Houd de ‘
Mode
’ button voor 5 seconden ingedrukt.
Er verschijnt het icoontje in het display en in de omvormer start in de
eerste stap van het instellingenmenu.