36
37
In werking stellen
De verzorging
Het instellen van de zitting (afb. C/M3)
Voor optimaal zitcomfort past u de zitting aan uw lengte aan (1,2,3):
- draai het handwiel los;
- til de zitting uit de houder omhoog;
- zet de zittingmet de inkeping aan de voorkant in de juiste
stand;
- draai het handwiel weer vast.
-
Positie 1:
de zitting in het stuurgedeelte insteken (afb. M3)
Montage zijuitworp (afb. D)
Hoog en nat gras kunt u het beste met de zijuitworp maaien.Het
afgemaaide gras valt naast de maaier neer.
Zijplaten verwijderen (afb. D)
Draaibeide schroeven (M6)met de sluitringen aan de rechterzij-
plaat los en verwijder ze. Nu kunt u de zijplaat verwijderen.
Starten van de motor (afb. E/F/G)
Koude start
• Druk het slaghoedje aan de motor drie keer langzaam en
stevig in (afb.E).
• Start pas als u op de zitmaaier zit. Let op! Zet uw voet niet op
het gaspedaal.
• Zet de koppeling in stand „N“ (vrijloop) (afb. F).
• Schakelsleutel op “I” zetten en verderdraaien (afb G).
Warme start
Bij de warme start wordt het indrukken van het slaghoedje over-
geslagen.
Handmating starten van de motor
De handstart is een noodoplossing en wordt alleen toegepast als
de accu geheel leeg is.
• Druk voor de koude start het slaghoedje drie keer in (afb. E).
• Drai de contactsleutel naar stand “I” (afb. G).
• Trek vervolgens snel en hard aan het startkoord (afb. A, 1).
• Laad zo snel mogelijk de accu op
(Q)
.
Mes-/rijaandrijving in- en uitschakelen (afb. F/G/H)
Mes starten
• Klap het maaipedaal „1“ met de voet om (afb. H) en druk
geheel door.
Instellen van de maaihoogte (afb. J)
Maai, indien mogelijk, alleen droge velden om de grasmat te
ontzien. Normaliter wordt een maaihoogte van 5,5–7,0 cm inge-
steld. Op een vochtig veld moet een grotere hoogte worden
aangehouden. De hendel voor de hoogteverstelling moet goed
zijn vergrendeld en voor het starten van de mesaandrijving moet
de grootste maaihoogte zijn ingesteld.
Mulchen
Voor het mulchen mag het gras niet te hoog zijn, omdat het afge-
maaide gras dan niet gelijkmatig kan worden verspreid.Maai alleen
als het gras droog is.Zorg erbij het mulchen voor dat het maaihuis
schoon is.Maai vaak: 2 x per week.Maai niet meer dan 2,5 cm van
de grassprieten af.Vergeet niet regelmatig te bemesten.
Maaitips (afb. K-P)
• Mulchmaaier (afb. K)
• Maaier met zijuitworp (afb. L)
• Maaier met grasvanger (afb. M)
•
Rechthoekig veld:
Houd vour een zuiver maaipatroon een
overlapping van min. 5 cm aan.
• Op een helling (afb. N). Maai nooit dwars op de helling.
• Rondom bomen, vijers en andere obstakels (afb. O kleine
omtrek, afb. P grote omtrek).
• Hoeken en kanten die u niet kunt bereiken, kunnen met een
gazontrimmer worden gemaaid.
Reinigen
Verwijder de contactsleutel en trek de bougiestekker los
alvorens onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uit te
voeren.
Maak de Cart na elk gebruik schoon met een handve-
ger. Bewaar de maaier in een droge ruimte.
Leg bij reinigingswerkzaamheden en vervanging van de
messen de maaier volgens de afbeelding op de rechterkant.
Opladen van de accu (afb. Q)
De acculader is als accessoire verkrijgbaar, onderdeelnr. 6150
070 (SLG-S). Bij normaal gebruik laadt de accu zichzelf op. Na
eenlange periode van stilstand kan de accu leegraken.In dat
gevalmoetdemotorhandmatigworden gestartofmoetde accumet
de lader worden opgeladen.
Afvalverwerking
Accu’s zijn loodhoudend en moet daarom als chemisch afval
worden behandeld. Defecte accu’s bij een servicewerkplaats
inleveren. Accu’s moeten uit het apparaat worden verwijderd
voordat ze worden vernietigd.
Slijpen en vervangen van het mes (afb. R)
Laat de messen altijd door een erkende werkplaats slijpen. Voor
het vervangen van het mes, zie afbeelding. Het vervangings-
mes Vi55 C is als accessoire leverbaar, onderdeelnr. 6110 095.
Draag bij alle werkzaamheden aan het mes handschoenen
ter bescherming, schakel de motor uit en verwijder con-
tactsleutel en bougiestekker.
Aanwijzing voor de werkplaats:
aanhaalkoppel voor de bout is 55 Nm.
Reinigen van de bougie
Door een vervuilde bougie neemt het motorvermogen af. Reinig
de bougie en controleer de elektrodenafstand. Deze moet 0,6–
0,7 mm bedragen.
Rijaandrijving inschakelen
• Zet de koppeling in de versnelling. Druk het gaspedaal “B”
langzaam doortot aan de aanslag (afb. F/H).
Mes stopzetten
• Laat het maaipedaal “1” los (afb. H).
Rijaandrijving stopzetten
• Laat het gaspedaal “2” los (afb. H).
Motor uitschakelen
• Draai, als de zitmaaier stilstaat, de contactsleutel naar stand
„O“ en verwijder hem (afb. G).
Содержание Cart OHV 2
Страница 1: ...Cart OHV 2 ...
Страница 3: ...3 A D E F G H J K L M N O P Q R B C ...
Страница 41: ...Teil Nr 0054 476 TB www WOLF Garten com ...