17
6. Toebehoren
5 33 114 99
Heteluchtset HAP 1
5 29 161 99
Soldeerset WSP 80
5 33 131 99
Soldeerset MPR 80
5 33 111 99
Soldeerset MLR 21
5 33 112 99
Soldeerset LR 21 antistatisch
5 33 113 99
Soldeerset LR 82
5 33 133 99
Soldeerruimset WTA 50
5 13 050 99
Reflow soldeerapparaat EXIN 5
5 27 040 99
Soldeerbad WSB 80
5 33 155 99
Soldeerset WMP
5 27 028 99
Opwarmplaat WHP 80
5 25 030 99
Thermisch isoleerapparaat WST 20
5 33 229 99
Extern invoerapparaat WCB 1
5 33 229 99
Extern invoerapparaat WCB 2
7. Leveromvang
WAD 101
PUD 101
Besturingsapparaat
Besturingsapparaat
Heteluchtbout HAP 1
Gebruikshandleiding
Veiligheidshouder KH 27
Stekker 3,5 mm
Serviceset
Elektriciteitssnoer
Gebruikshandleiding
Stekker 3,5 mm
Hetegasmondstuk
Elektriciteitssnoer
Afbeelding mondstukkenassortiment HAP 1 zie pagina 60 + 61
Afbeelding schakelschema zie pagina 62
Afbeelding explosietekening zie pagina 63
8. Waarschuwingen
1. Het elektrisch snoer mag alleen in de daarvoor toegelaten stopcontacten of
adapters gestoken worden.
2. Zorg ervoor dat uw werkplaats in orde is.
Leg het soldeerwerktuig altijd in de originele legplaats neer indien u het niet gebruikt.
Breng geen brandbare voorwerpen in de buurt van het hete soldeerwerktuig.
3. Let op invloeden van de omgeving.
Gebruik het soldeerwerktuig niet in een vochtige of natte omgeving.
4. Bescherm uzelf voor elektrische shokken.
Vermijd lichaamsaanraking met geaarde voorwerpen, bijv. buizen, verwarmings-
elementen, haarden of koelkasten.
5. Houd kinderen op een afstand.
Laat andere personen niet het werktuig of de kabel aanraken. Houd andere personen
op een afstand van uw werkplaats.
6. Ruim uw soldeerwerktuig veilig op.
Ongebruikte soldeerwerktuigen moeten buiten het bereik van kinderen op een droge,
hooggelegen of afgesloten plaats worden weggelegd. Ongebruikte soldeerwerktuigen
moeten spannings en drukvrij zijn.
7. Let erop dat u het soldeerwerktuig niet overbelast.
Gebruik het soldeerwerktuig alleen met de aangegeven spanning en de aangegeven
druk resp. drukbereik.
8. Gebruik het juiste soldeerwerktuig.
Gebruik geen te vermogenszwakke soldeerwerktuig voor uw werk. Gebruik het
soldeerwerktuig niet voor die doelen, waarvoor het niet bedoeld is.
9. Draag geschikte werkkleding.
Er bestaat verbrandingsgevaar door vloeibaar soldeertin. Draag daarom kleren die u
voldoende beschermen tegen verbrandingen.
10. Bescherm uw ogen.
Draag een veiligheidsbril. Bij het verwerken van kleefmiddelen zijn in het bijzonder de
waarschuwingsaanwijzingen van de kleefmiddelenproducent van belang. Bescherm
uzelf voor tinspetters en verbrandingsgevaar door vloeibaar soldeertin.