14
18. Leid de Armkabel (51) over een Katrol (42).
Bevestig de Katrol (42) en twee Kabelgeleiders
(52) aan de linker U-beugel (22) op de Staander
(5) met een M10 x 50mm Bout (58), twee M10
Tussenringen (73), en een M10 Slotmoer (68).
Zorg dat de Kabelgeleiders (52) de Armkabel
(51) vasthouden in de groef van de Katrol
(42).
18
19. Breng vet aan op een M10 x 32mm Bout (59).
Bevestig het uiteinde van de Armkabel (51) aan
de Linkerarm (12) met de M10 x 32mm Bout
(59), een M10 Tussenring (73) en een M10
Slotmoer (68).
Draai de Slotmoer niet te vast
aan; het uiteinde van de Armkabel moet
makkelijk kunnen draaien.
19
20. Zie de KABELDIAGRAMMEN op pagina 27
voor het vaststellen van de Bovenste Kabel
(53).
Leid de Bovenste Kabel (53) over een Katrol
(42).
Bevestig de Katrol (42) en twee Katrolkap (36)
aan de voorste beugel aan het Bovenste
Onderstel (8) met een M10 x 50mm Bout (58),
twee M10 Tussenringen (73), en een M10
Slotmoer (68).
Zorg dat de Katrolkaps (36) de Bovenste
Kabel (53) vasthouden in de groef van de
Katrol (42).
Leid de Bovenste Kabel (53) door het Onderstel
van de Arm (9) en door het gat in de Staander
(5), zoals is afgebeeld.
20
58
42
51
51
12
52
52
22
68
68
36
36
53
42
73
73
58
8
9
5
73
Smeervet
73 68
73
5
59