NL
29
1.
Gebruik een 5 mm inbussleutel om de schroef [a] los te draaien (tegen de klok in), en zorg ervoor dat
u deze enkel losdraait, dus zonder de schroef te verwijderen.
2.
Gebruik een 2,5 mm inbussleutel om de schroef [b] vast te draaien (met de klok mee).
3.
Gebruik een 5 mm inbussleutel om de schroef [a] vast te draaien (met de klok mee).
4.
Controleer nogmaals of de stuurpen kan worden opengeplooid en stevig worden vergrendeld en of er
geen speling is.
Het wordt aanbevolen om de stopper na 2 jaar te vervangen. Contacteer hiervoor een verkooppunt bij u
in de buurt.
V. Remmen
De KICKWAY E1 heeft een schijfrem vooraan en achteraan. Hierdoor remt de step efficiënt maar het is
belangrijk om het remmen goed onder controle te hebben. Let dus op de volgende punten:
• Om te vertragen laat u gewoon de gashendel los.
• Om te remmen drukt u niet te hard op de remhendel. Plotseling remmen kan leiden tot een verlies van
evenwicht en een val. Druk de rem geleidelijk in om zonder risico te vertragen.
• Span de remkabel bij de remklauw niet meer op dan nodig. Het voor- of achterwiel mag tijdens een
noodstop niet blokkeren en zo een val veroorzaken.
• Raak de remschijf nooit met de handen aan na gebruik van het remsysteem. Dit kan brandwonden
veroorzaken.
• Controleer voor elk gebruik of de voor- en achterremmen goed werken.
• De rechterhendel bedient de achterrem. De linkerhendel bedient de voorrem.
• Het is aanbevolen om uw remkracht à rato van 60/40 te verdelen tussen de voor- en achterwielen. De
remhendel mag niet in contact komen met het stuur en de kabelmantels mogen geen hoek vormen,
zodat de kabels met een minimum aan wrijving kunnen glijden. Beschadigde, versleten en roestige
kabels moeten onmiddellijk worden vervangen.
WAARSCHUWING!
In geval van regen of nat weer is de remafstand groter. In dergelijke omstandigheden moet u
het remmen goed anticiperen.
• Als u remt tijdens het nemen van een bocht kan de stuurbeweging de reactietijd verhogen.
1. Afstellen van de mechanische schijfremmen
• De remblokken oefenen druk uit op een schijf die aan de wielnaaf is bevestigd. De uitgeoefende druk
wordt geregeld door een remhendel met kabel. Bedien de remhendel niet als het wiel is losgemaakt
van het kader of de vork.
• Als de rem te strak of te los is afgesteld dan moet de remkabel opnieuw worden afgesteld om
remklauw af te lijnen op de remschijf.
• Om de remklauw af te lijnen op de mechanische remschijf schroeft u de bevestigingsschroeven van de
remklauwsteun los. Druk de overeenkomende remhendel in (de remklauw zet zich in de juiste positie)
en houd deze ingedrukt terwijl u de bevestigingsschroeven van de remklauwsteun terug vastschroeft.
• Controleer of het interne remblok (aan de binnenkant van het wiel) zich op 0,2 - 0,4 mm van de schijf
bevindt. Als dit niet het geval is, schroef dan de positioneringsschroef van het remblok aan tot er
0,2 - 0,4 mm afstand ontstaat tussen de remschijf en het remblok.
• Om het externe remblok af te stellen (aan de buitenkant van het wiel) moet u enkel de spanning van
de remkabel afstellen ter hoogte van de remklauw of bij de remhendel tot er een opening ontstaat van
0,2 - 0,4 mm.
• Zorg ervoor dat er nooit olie of smeermiddel op de remschijf of de remblokken spat. Als dat wel
gebeurt moet u de remblokken en remschijf ontvetten of deze vervangen.
• Controleer de uitlijning van de remblokken door aan het wiel te draaien. Nu bent u klaar om de weg op
te gaan.
• Remschijven: uw step is uitgerust met remschijven met een diameter van 8,5 inch.
• Met een moer- en borgmoersysteem ter hoogte van de remklauw kunt u de spanning van de remkabel,
en dus de remkracht, aanpassen. Deze kan na verloop van tijd variëren afhankelijk van de slijtage van
de remblokken.
• De remblokken zijn een standaardmodel. Vervang ze als de remblokken geen wrijvingsoppervlak meer
hebben.