54
Control Pro 250 M / 275 M
DE
NL
HEA filterset
Montage
Gevaar
Pistool en hogedrukslang moeten drukloos zijn voordat de
filterset wordt gemonteerd/gedemonteerd.
1.
1. Hogedrukslang van pistool (1) loskoppelen.
Hogedrukslang van pistool (1) loskoppelen.
2.
2. Indien nodig filterbehuizing (2) erop schroeven en de bij de spuittip
Indien nodig filterbehuizing (2) erop schroeven en de bij de spuittip
passende filter (3) plaatsen (de conische kant (A) moet naar boven wijzen).
passende filter (3) plaatsen (de conische kant (A) moet naar boven wijzen).
Spuitmondstuk 311
Filter rood
Spuitmondstuk 517 / 619
Filter wit (is in de filterbehuizing
voorgemonteerd)
3.
3. Filterbehuizing (2) aan pistool (1) schroeven.
Filterbehuizing (2) aan pistool (1) schroeven.
4.
4. Hogedrukslang (4) aan filterbehuizing (2) schroeven.
Hogedrukslang (4) aan filterbehuizing (2) schroeven.
Reiniging
Gevaar
Pistool en hogedrukslang moeten drukloos zijn voordat de
filterset wordt gemonteerd/gedemonteerd.
1.
1. Filterbehuizing (2) van slang (4) en pistool (1) verwijderen.
Filterbehuizing (2) van slang (4) en pistool (1) verwijderen.
2.
2. Filterbehuizing (2) erop schroeven en filter (3) verwijderen.
Filterbehuizing (2) erop schroeven en filter (3) verwijderen.
3.
3. Filter (3) en filterbehuizing (2) grondig reinigen (bij slijtage filter vervangen).
Filter (3) en filterbehuizing (2) grondig reinigen (bij slijtage filter vervangen).
4.
4. Let er bij de hermontage op dat u de dichting (5) niet verloren gaat.
Let er bij de hermontage op dat u de dichting (5) niet verloren gaat.
Werkonderbreking
Gevaar
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u
het toestel om welke reden dan ook afsluit. Door deze handelwijze
wordt de druk uit de spuitslang en het pistool afgelaten.
•
Schakel het apparaat uit (drukregelaar in positie 0) en haal de netstekker eruit.
•
Spuitpistool in een plastic zak doen en luchtdicht afsluiten.
•
Verfoppervlak in het verfverpakking met een beetje water bevochtigen, zodat het niet hard wordt.
Buiten bedrijf stellen en reinigen
Deskundige reiniging is een voorwaarde voor een storingsvrij gebruik van het verfopbrengapparaat. Bij niet of ondeskundig
uitgevoerde reiniging vervalt elke aanspraak op garantie.
Gevaar
Gebruik voor het schoonmaken geen brandbare materialen / nitro-verdunning.
i
Reinig het apparaat altijd direct na afloop van het werken.
Ingedroogd coatingmateriaal bemoeilijkt de reiniging.
1.
1. Voer de drukontlastingsprocure uit
Voer de drukontlastingsprocure uit.
2. Borg het spuitpistool.
Borg het spuitpistool.
3. Verwijder de spuittiphouder van het spuitpistool. (Afb. 19)
4. Plaats de aanzuigslang en retourleiding in een emmer met water resp. een voor het gebruikte materiaal geschikte
reinigingsoplossing.
5. Houd het spuitpistool bij de rand van de verfemmer. (Afb. 20)
Gevaar
Aard het pistool tegen een metalen vat tijdens het uitspoelen met een oplossing.
6. Ontgrendel het pistool en haal de handbeugel over.
7. Draai de keuzeschakelaar in de stand SPRAY en zet de druk op maximum.
8. Laat de handbeugel weer los zodra de reinigingsoplossing naar buiten komt.
3
1
2
4
A
5