82
NL
OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES
LET OP! Laat het meetbereik van de stroomtang niet kleiner zijn dan de gemeten waarde. Dit
kan leiden tot schade aan de stroomtang en tot elektrische schokken.
De correcte aansluiting van de kabels is:
Rode kabel naar de bus met markering VΩ
Zwarte kabel naar de bus met markering COM
Om de hoogst mogelijke meetnauwkeurigheid te bereiken, moeten optimale meetomstandigheden
worden gegarandeerd. Omgevingstemperatuur in het bereik van 18 graden C TOT 28 graden C en
relatieve vochtigheid van de lucht <75%
Voorbeeld van nauwkeurigheidsbepaling
Nauwkeurigheid: ± (% van ind gewicht van het minst signifi cante cijfer)
Meting van DC-spanning: 1,396 V
Nauwkeurigheid: ±(0,8% + 5)
Berekening van de fout: 1,396 x 0,8% + 5 x 0,001 = 0, 0,005 = 0,016168
Meetresultaat: 1,396 V ± 0,016 V
Voltagemeting
Sluit de meetkabels aan op de met VΩ en COM gemarkeerde aansluitingen. Stel de bereikschake-
laar in op de meetpositie van de gelijkspanning of wisselspanning. Sluit de meetkabels parallel aan
op het elektrische circuit en lees het spanningsmeetresultaat af. Meet nooit een spanning hoger dan
het maximale meetbereik. Dit kan leiden tot schade aan de stroomtang en tot elektrische schokken.
Meting van de AC-stroomsterkte door middel van de tang
Selecteer het juiste meetbereik met de knop. Open de meettang door op de hendel te drukken.
Plaats een enkele draad waardoor de wisselstroom binnen de tang stroomt en sluit ze. Zorg ervoor
dat de tangklemmen exact op elkaar aansluiten. Voor de meest nauwkeurige meting is het noodza-
kelijk om ervoor te zorgen dat de kabel zich op een centraal punt tussen de klemmen bevindt. De
fout als gevolg van de niet-centrale ligging van de draad is 1% van de gemeten waarde, maar kan
worden vermeden door de draad centraal in de tang te plaatsen. Lees het meetresultaat af. Raak
tijdens de meting geen blootliggende geleidende oppervlakken aan. Dit kan een elektrische schok
veroorzaken.
Meting van de weerstand
Sluit de meetkabels aan op de met VΩ en COM gemarkeerde aansluitingen en zet de bereikschake-
laar in de positie van de weerstandsmeting. Plaats de meetpunten op de klemmen van het te meten
element en lees het meetresultaat af. Het meetbereik kan worden gewijzigd om nauwkeurigere
meetresultaten te verkrijgen.
Het is absoluut verboden om de weerstand te meten van elemen-
ten waar elektrische stroom doorheen stroomt.
Voor metingen groter dan 1MΩ kan het enkele