55
Afstandsbedieningsbedrijf „Remote“
De labovoeding kan via een externe gelijkspanning op afstand worden bestuurd. De stuurspanning
bedraagt 0 - 2,3 V/DC en regelt proportioneel het complete instelbereik van de betreffende uitgang. Het
afstandsbedieningsbedrijf is alleen bij uitgang A mogelijk.
De stroominstelregelaars (12) van uitgang A mogen zich niet in de positie mini-
mum (linker aanslag) bevinden, omdat anders niet het complete instelbereik van
de spanning gebruikt kan worden.
De spanningsregelaars (13) moeten bij afstandsbedieningsbedrijf in de positie
maximum staan zodat het volle instelbereik gebruikt kan worden.
Verwijder de aangesloten verbruikers van uitgang A en schakel de netvoeding uit.
Verwijder de kunststofafdekking van de aansluitklemmen (19) aan de achterzijde van het apparaat.
Verwijder de kortsluitbrug tussen de aansluitklemmen „V ref OUT“ en „V ref IN“.
Sluit de pluspool van de externe stuurspanning aan de klem „V ref IN“ en de minpool aan de klem „COM-
MON“ aan.
Bevestig de kunststofafdekking weer op de aansluitklem.
Schakel de voeding in via de aan/uit-schakelaar (1). De bedrijfsindicator (2) licht op en op het display
worden spanning en stroom weergegeven.
Stel de stroombegrenzing volgens uw waarden in, zoals beschreven in het hoofdstuk „Inbedrijfname“.
De spanning wordt nu via de externe stuurspanning ingesteld.
Controleer nogmaals de correct ingestelde uitgangsspanning.
Verbind de pluspool (+) van de verbruiker met de rode bus „+“ en de minpool (-) met de blauwe bus „-„
van uitgang A.
De aangesloten verbruiker kan nu worden ingeschakeld.
Voor de normale regelwerking via de instelregelaar op het apparaat, moet de
kortsluitbrug aan de achterzijde tussen de klemmen „V ref OUT“ en „V ref IN“
weer ingezet worden.