46
b) Foto-elektrische sensor
8
9
10
8 sensor
9 kompas
10 sensorafdekking
8. Ingebruikname
a) Batterij plaatsen / vervangen
• Plaats de batterij voor de eerste ingebruikname. Ga voor het vervangen van de batterijen als volgt te werk:
• Open het deksel van het batterijvak (6) aan de ach-
terkant van het meetapparaat, door het naar beneden
te schuiven.
• Klap het deksel van het batterijvak naar boven.
• Steek de batterijstekker op de batterij. Houd hierbij
rekening met de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
• Plaats de meegeleverde 9V-blokbatterij in het batterij-
vak. Berg de aansluitkabel van de batterij op in het
batterijvak.
• Klap de deksel van het batterijvak weer terug en
schuif het deksel vast.
Vervang de batterij zodra de batterij-indicatie het symbool (L)
toont.
• Als op een bepaald moment de batterij vervangen moet worden, gaat u net zo te werk als bij het plaatsen van de
batterij, met het verschil dat u de oude batterij eerst moet verwijderen.