• Accu’s mogen nooit worden kortgesloten, ontmanteld of
in het vuur worden geworpen. Er bestaat explosiegevaar!
• Haal de accu’s direct na het einde van het laadproces
uit de oplader.
• Lekkende of beschadigde accu’s kunnen bij contact met
de huid chemische brandwonden veroorzaken. Gebruik in
dergelijke gevallen geschikte veiligheidshandschoenen.
• Uit accu’s lekkende vloeistoffen zijn chemisch uiterst
agressief. Voorwerpen of oppervlakken die ermee in
contact komen, kunnen ernstig beschadigd raken.
Bewaar accu’s daarom op een geschikte plek.
• Gewone (niet-oplaadbare) batterijen mogen niet worden
opgeladen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Laad
alleen accu’s op die daarvoor geschikt zijn.
• Let bij het plaatsen van de accu’s steeds op de juiste
polariteit (plus/+ en min/-).
• Het product is uitsluitend geschikt voor NiCd-, NiMH, li-
ion, LiHv, Ni-MH, Ni-Cd, NiZn, LiFePO
4
, Eneloop accu’s
in de bouwvormen AA/mignon, AAA/micro.
6. Algemene informatie
Accu’s bestaan uit twee elektroden die in een elektrolyt zijn geplaatst;
hierdoor is een accu een chemisch element. Binnenin dit element
vinden chemische processen plaats. Omdat deze processen
omkeerbaar zijn, kunnen accu’s opnieuw opgeladen worden.
Voor het opladen van een accu is een laadspanning nodig die groter
moet zijn dan de celspanning. Bovendien moet bij het opladen meer
energie (mAh) toegevoerd worden dan daarna opnieuw ontnomen
kan worden. Deze verhouding van toegevoerde tot ontnomen energie
wordt als rendement omschreven.
De bruikbare capaciteit, die sterk van de ontlaadstroom afhankelijk
is, is doorslaggevend voor de toestand van de accu. De toegevoerde
lading kan niet als maatstaf gebruikt worden, omdat een deel ervan
verloren gaat (bijv. in warmte wordt omgezet).
67