h) Opslaan en oproepen van meetwaarden
1. Druk op de toets
(2)
om een gemeten waarde op te slaan. Het symbool "STORE" en de
opgeslagen waarde worden op het display (8) weergegeven.
2. Houd de toets
ca. 3 seconden ingedrukt om de opgeslagen waarde op te roepen.
3. Druk op de toetsen
(5) en
(6) om door de opgeslagen waarden te bladeren.
4. Houd tegelijkertijd de toetsen
(5) en
(6) ca. 3 seconden ingedrukt om alle opge-
slagen waarden te wissen.
5. Houd de toets
ingedrukt om de geheugenmodus te verlaten en terug te keren naar
de meetmodus.
i) Geavanceerde instellingen
1. Schakel met de toets
(3) over naar de modus “DO”.
2. Houd tegelijkertijd de toetsen
(5)
en
(6) ca. 3 seconden ingedrukt om naar de
geavanceerde instellingen te gaan. Schakel met de toets
(3) om naar de modus "DO".
3. Druk op de toets
(2) om de zoutcompensatie te selecteren.
4. Selecteer de compensatiewaarde door ofwel op de toets
of op
te drukken binnen
een bereik van 0 - 50 ppt. Bevestig uw instelling met de toets
(3).
5. Houd tegelijkertijd de toetsen
(5) en
(6) ca. 3 seconden ingedrukt.
6. Druk op de toets
(4) om de hoogtecompensatie te selecteren. Selecteer de compensa-
tiewaarde door ofwel op de toets
of op
te drukken binnen een bereik van 0 - 20000
ft (voet). Bevestig uw instelling met de toets
.
7. Houd tegelijkertijd de toetsen
(5) en
(6) ca. 3 seconden ingedrukt. Druk op de
toets
(7) om de instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
j) Gebruik beëindigen
• Na de meting moeten de sonde-elektroden altijd vochtig gehouden worden.
• Vul zo nodig voldoende elektrolyt bij in de membraankap zoals beschreven in de para-
graaf "c) Eerste ingebruikname".
• Sluit na gebruik de meetsonde af met de ervoor bestemde beschermkap. De erin aanwezige
spons moet lichtjes met gedestilleerd water of zeer schoon leidingwater worden bevochtigd;
maak deze echter niet te nat!
61