• Gebruik het product nooit meteen nadat het
vanuit een koude naar een warme ruimte werd
overgebracht. De condens die hierbij wordt
gevormd, kan in bepaalde gevallen het product
onherstelbaar beschadigen. Laat het product eerst
op kamertemperatuur komen voor u het aansluit en
gebruikt. Dit kan enkele uren duren.
• Gebruik het product en de aangesloten apparatuur
nooit zonder toezicht.
• Gebruik als USB-spanningsbron uitsluitend een
netvoeding. Zorg er bij het plaatsen van het product
voor, dat de kabels niet worden geknikt of bekneld
raken.
• Gebruik geen geweld bij het aansluiten van USB-
stekkers. Een USB-stekker past slechts op één
manier in een USB-poort.
• Plaats de oplader niet in de onmiddellijke nabijheid
van sterke magnetische velden.
Bedieningselementen
1
3
4
2
1 Ring-LED (meerkleurig)
2 Micro-USB-aansluiting
3 Laadvlak
4 Qi-compatibel mobiel apparaat (niet inbegrepen)
Ingebruikname
Zorg ervoor, dat de aansluitwaarden van uw
mobiele apparaat overeen komen met de
aansluitwaarden van het product (zie technische
gegevens).
Lees altijd de gebruiksaanwijzing van uw
mobiele apparaat.
Sluit de USB-ingang niet kort.
De USB-kabel van het product is niet geschikt
voor datatransmissie.
• Plaats de oplader op een gladde, vlakke en vuurvaste
ondergrond. Druk de kleine zuigvoetjes een beetje vast, zodat
het niet kan wegglijden.
• Verbind de micro-USB-aansluiting (2) via de meegeleverde
USB-kabel met die van een USB-netvoeding met de juiste
specificaties (zie Technische gegevens). Het moet de
benodigde stroom kunnen leveren! De ring-LED (1) licht rood
op.
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel om
de oplader aan te sluiten op een geschikte USB-
netvoeding. De te gebruiken netvoeding dient een
spanning van 5 V/DC en maximaal 2 A laadstroom
te kunnen leveren om optimaal te kunnen opladen.
Gebruik geen USB-poorten van computers (USB
2.0 en USB 3.0) als stroombron. Er bestaat gevaar
dat deze beschadigd raken.
• Leg het Qi-compatibele mobiele apparaat dat dient te worden
opgeladen op het laadvlak (3) van de oplader. Laad er geen
niet-compatibele mobiele apparaten mee op.
• De ring-LED (1) brandt blauw. Hiermee wordt het opladen van
het mobiele apparaat aangegeven.
• Het opladen begint zodra er een stroom wordt geïnduceerd in
de secundaire spoel van het mobiele apparaat. Deze laadt dan
de interne accu op.
• Bewaak het laadproces van uw mobiele apparaat.
• Een volledige oplading duurt normaal gesproken ongeveer
3 uur. De oplaadtijd is afhankelijk van de laadtoestand van
de accu als het opladen begint, de capaciteit ervan en de
oplaadcondities, zoals de beschikbare laadstroom.
• De ring-LED geeft de volgende bedrijfstoestanden van de
oplader aan.
-
De rode LED geeft de standby-stand aan.
-
Een knipperende blauwe LED geeft aan dat de oplader en
het mobiele apparaat zich met elkaar proberen te verbinden.
-
Een continu brandende blauwe LED geeft aan dat het
mobiele apparaat wordt opgeladen.
-
Als zowel de rode als de blauwe LED's knipperen, is er een
fout opgetreden.
Tips en aanwijzingen
• Plaats het op te laden mobiele apparaat met de achterkant in
het midden van het laadvlak (3) om een optimale koppeling van
de spoelen te bereiken. Dit zorgt voor een snel en verliesvrij
opladen.
• Plaats tijdens het opladen geen voorwerpen, zoals papier
of dun metaal, tussen het laadvlak en de achterkant van het
mobiele apparaat. Dit belemmert een juiste oplading.
• Verwijder de beschermhoes of iets dergelijks van uw mobiele
apparaat, omdat deze het opladen ook kan belemmeren of,
wanneer de maximale laadafstand wordt overschreden, dit
zelfs kan verhinderen. Probeer eventueel uit welke soorten
hoezen het opladen belemmeren.
• Houd het laadvlak (3) van het apparaat en de achterkant van
het mobiele apparaat altijd schoon.
• Een zekere warmte-ontwikkeling tijdens het opladen is normaal
en heeft normaal gesproken geen negatieve invloed op het
mobiel apparaat of de oplader.