107
9. SUBMENU EN BIJKOMENDE FUNCTIES
a) STORE, meetwaarden opslaan
De multimeter beschikt over de mogelijkheid individuele meetwaar-
den handmatig op te slaan.
Om een meetwaarde op te slaan, navigeert u in het submenu naar
het punt “STORE” en drukt u op “ENTER”. De meetwaarde krijgt
een programma-opslagplaats toegewezen. Deze wordt afwisselend
met de opgeslagen meetwaarden in het bovenste display weerge-
geven.
Om de opslagfunctie te verlaten drukt u op “CANCEL”.
De maximale opslagcapaciteit bedraagt 1.000 meetwaarden.
b) RECALL, selecteren van meetwaarden
Om een opgeslagen meetwaarde opnieuw te bekijken, navigeert u
in het submenu naar het punt “RECALL” en drukt u op “ENTER”. De
laatst opgeslagen meetwaarde wordt weergegeven.
Om andere opgeslagen meetwaarden te controleren, kunt u met
behulp van de navigatietoetsen door de opslagplaatsen bladeren.
Om de RECALL-functie te verlaten drukt u op “CANCEL”.
c) REL-functi
e
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om ev.
leidingsverliezen zoals bijv. bij weerstandsmetingen te vermijden.
Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt
een nieuwe referentiewaarde ingesteld. Op het bovenste, kleine dis-
play wordt de basiswaarde (Rel-verschil) weergegeven.
Beweeg met de navigatietoetsen naar het symbool
in het sub-
menu.
Activeer de functie met “ENTER”. Op het display verschijnt „
“.
De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij uitgeschakeld.
U kunt nu optioneel het Rel-verschil als waarde of in % weergeven.
Om de deze functie uit te schakelen, drukt u op de toets “CANCEL”
of verandert u de meet-functie.
De REL-functie is niet actief in de meetbereiken; tem-
peratuur, doorgangstest, diodentest, frequentie en bij
de laagdoorlaatfilter-spanningsmeting.