Vervangen van elektrolyt en elektrodekop
In de punt van de meetelektrode bevindt zich de elek-
trodekop (4) met een flinterdunne membraan, ook dia-
fragma genoemd, die voor zuurstofmoleculen door-
laatbaar is, echter niet voor de ietwat grotere
moleculen van het elektrolyt (gelvormige vloeistof). Bij
de meting dringen de zuurstofmoleculen door het elek-
trolyt en geraken via de membraan naar de meetelek-
trode. De zuurstofconcentratie wordt hier geregis-
treerd en naar het meettoestel doorgestuurd. Het
diafragma is zeer dun en daardoor zeer gevoelig voor
andere vloeistoffen dan het elektrolyt en voor directe
luchtstromingen ("bellen"), het kan hierbij gemakkelijk
worden vernield. Ook zelfs lichte mechanische belas-
ting kan het flinterdunne diafragma vernielen.
Bij elke meting wordt door de uitwisseling van molecu-
len elektrolyt "verbruikt". Laat het toestel zich niet
meer kalibreren, of treden onstabiele meetwaardes op,
dan kan dit het gevolg zijn van een defecte diafragma-
membraan, vuildeeltjes op het diafragmaoppervlak of
van verbruikt elektrolyt. Controleer in dit geval de elek-
trodekop (4) en/of vervang het elektrolyt. Bij de eerste
inbedrijfname van de DO-100 moet elektrolyt in de
elektrodekop (4) worden gevuld, omdat zich af fabriek
wegens het eigenverbruik geen elektrolyt in de elektro-
dekop (4) bevindt.
Voor het vervangen van de elektrodekop (4) en het elektrolyt gaat u als volgt te
werk:
1. Schroef de elektrodekop (4) van de elektrodehouder (3).
2. Laat het verbruikte elektrolyt uit de elektrodekop (4) lopen.
3. Controleer of het membraan in de elektrodekop (4) vuil of gescheurd is. Is
dit het geval, vervang dan de elektrodekop (4).
4. Vul de elektrodekop (4) ongeveer 1/3 met nieuw elektrolyt.
5. Schroef vervolgens de elektrodekop (4) voorzichtig op de elektrodehou-
der (3).
(3). Het diafragma spant zich nu. Klop nu voorzichtig zijdelings bij de elektro-
dekop (4) zodat eventuele luchtbellen kunnen ontwijken. Luchtbellen vervalsen
het meetresultaat.
34