7
EN
NL
FR
DE
ES
B
ijla
g
e
3.3. Accukeuze
Het laadalgoritme van de lader moet passen bij het accutype dat is aangesloten op de lader. De volgende tabel toont alle voor
gedefinieerde accutypes die in het laadalgoritme-keuzemenu ter beschikking staan.
# Beschrijving
Een-
heid
Absorptiel. Druppell. Opslagl.
Egalisatiel.
dV/dT
V
V
V
Max. V bij % van Inom
mV/°C
1 Gel Victron long life (OPzV)
Gel exide A600 (OPzV)
Gel MK
12 V
14,1
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 1 uur
-16
24 V
28,2
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 1 uur
-32
2
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep discharge, Gel Exide A200
AGM Victron deep discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
Rolls Marine (nat), Rolls Solar (nat)
12 V
14,4
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 1 uur
-16
24 V
28,8
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 1 uur
-32
3 AGM spiraalcelaccu's
Rolls AGM
12 V
14,7
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 1 uur
-16
24 V
29,4
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 1 uur
-32
4 PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OPzS accu's in cyclisch bedrijf 1
12 V
14,1
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 4 uur
-16
24 V
28,2
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 4 uur
-32
5 PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OPzS accu's in cyclisch bedrijf 2
12 V
14,4
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 4 uur
-16
24 V
28,8
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 4 uur
-32
6 PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OPzS accu's in cyclisch bedrijf 3
12 V
15
13,8
13,2
15,9 @ 6 % max. 4 uur
-16
24 V
30
27,6
26,4
31,8 @ 6 % max. 4 uur
-32
7 Lithium-ijzerfosfaat (
LiFePO
4
) accu's
12 V
14,2
n.v.t.
13,50
n.v.t.
0
24 V
28,4
n.v.t.
26,7
n.v.t.
0
8 Regelbaar: de maximale laadstroom en de
absorptielaad-, druppellaad-, opslaglaad- en
egalisatiespanningen kunnen in het setup-
menu worden aangepast
12 V
Regelb.
Regelb.
Regelb.
Regelb. @ 6 %
max. 4 uur
Regelb.
24 V
Regelb.
Regelb.
Regelb.
Regelb. @ 6 %
max. 4 uur
Regelb.
9 Voedingsmodus
12 V
12,0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0
24 V
24,0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0
3.4. Voedingsmodus
De lader kan worden ingesteld om te werken als DC-stroomvoorziening.
In deze modus functioneert de lader als een constante spanningsbron:
1. een regelbare uitgangsspanning van 8,0 tot 15,9 V (12V-type) resp. 16,0 tot 31,8 Volt (24V-type)
2. een maximale uitgangsstroom van 60 A (12V-type) resp. 30 A (24V-type).
3.5. Temperatuurcompensatie (dV/dT)
De temperatuursensor moet worden aangesloten op de plus- of minpool van de accu.
De temperatuurcompensatie is een vaste instelling, zie tabel en fig. 7, en is van toepassing op alle laad statussen.
De temperatuursensor moet worden geïnstalleerd als:
- verwacht wordt dat de omgevingstemperatuur van de accu lager is dan 15 °C of regelmatig 30 °C gaat
overschrijden
- de laadstroom hoger is dan 15 A per 100 Ah accucapaciteit
Voor li-ion-accu's is geen temperatuurcompensatie nodig.
3.6. Power Control – Maximaal benutten van beperkte walstroom
Er kan een maximale netstroom worden ingesteld om onderbreking van een externe zekering in de netvoeding te voorkomen.