11.0116
3
Vaste vuilwatertanks voor zwartwater, wandmontage
NEDERLANDS
Installatie
Algemeen
Houdt bij het kiezen van een plaats van de tank en een plaats
voor de dekdop met het volgende rekening:
De afzuigslang moet zo kort mogelijk zijn, moet continu van de
dekdop naar de tank aflopen en zo recht mogelijk zijn.
De ruimte waarin de tank geplaatst is, dient voldoende geven-
tileerd te worden.
Opstelling
Per tank kunnnen meerdere toiletten worden aangesloten. Extra
fittingen zijn leverbaar.
Plaats de tank zo dicht mogelijk bij het toilet zodat voorkomen
wordt dat, als het schip op één oor ligt, verontreinigd water uit
de vuilwatertank terug kan stromen naar het toilet.
Verdeel de tanks, dus het gewicht, gelijkmatig over het schip.
Stel de tank zodanig op dat deze goed toegankelijk is voor
inspectie.
Zorg ook voor voldoende vrije ruimte aan de bovenzijde van de
tank in verband met de slangaansluitingen, deze moeten tijdens
de montage goed toegankelijk zijn. Voor ventilatie dient de tank
rondom ca. 1 cm vrij te blijven van schotten of andere tanks.
Zorg voor een voldoende
stevige wand om de tank
op te hangen en goed vast
te kunnen zetten. De
afmetingen van een tank
nemen in geringe mate
toe als deze gevuld is.
Houdt hiermee rekening
met het vastzetten van de
tank. Zet de tank vast met
de meegeleverde RVS rin-
gen.
Indien mogelijk, onder-
steun de tank.
Binnen het gearceerde
gebied kan de tank onder-
steund worden.
Het ondersteunen van de
tank kan bijvoorbeeld met
behulp van een hoekpro-
fiel.
Inspectiedeksel en fittingen
Het inspectiedeksel en de fittingen zijn reeds in de bovenzijde
van de tank gemonteerd.
Plaats de fittingen met behulp van de meegeleverde sleutel in
de juiste richting. De afvoerfitting ø 38 mm is 180˚ draaibaar.
Breng in de bovenzijde
van de tank eventueel
extra gaten aan voor extra
fittingen (ø 43 mm).
Kies de plaats van de fittin-
gen zodanig dat voorko-
men wordt dat, als het
schip op één oor ligt, ver-
ontreinigd water uit de vuil-
watertank terug kan stro-
men naar toilet, of naar
buiten kan stromen via de
tankontluchting.
Verwijder zaagsel en boorsel uit de tank.
Monteer de fittingen met de
meegeleverde pakkingringen. Zet
de moeren vast met de sleutel,
nooit met een waterpomptang.
Draai de moeren niet te vast aan.
Controleer na 2 dagen of de moe-
ren nog goed vastzitten; draai de
moeren vaster aan indien nood-
zakelijk. Herhaal dit nogmaals na
4 dagen.
Om verstoppingen, in het bijzon-
der door haren en grof vuil, te
voorkomen dienen alle fittingen,
inwendig, goed braamvrij te zijn,
de plaatselijke vernauwingen tot
een minimum beperkt te blijven
en de overgangen naar een andere diameter plaats te vinden
middels conische verlopen of grote radii.
4-12445
3-10153-2
ø 43