2.0504
3
Serie-parallel schakelaar
Inleiding
Door het installeren van de serie-parallelschakelaar worden:
-
Tijdens
bedrijf
de 2 (12 Volt) accu’s in
serie
geschakeld om
de voor de
24 Volt boegschroef
benodigde 24 Volt te ver-
krijgen.
-
Tijdens het
laden
de 2 (12 Volt) accu’s
parallel
geschakeld
en aan het
12 Volt laadsysteem
gekoppeld.
De serie-parallel schakelaar is reeds voorzien van de benodig-
de hulprelais om een eenvoudige aansluiting op de VETUS
boegschroef te kunnen realiseren.
Indien de voor de boegschroef geïnstalleerde accu’s ook voor
andere (12 Volt) gebruikers worden gebruikt dient met het vol-
gende rekening te worden gehouden:
Beide
accu’s zullen aan 12 Volt gebruikers stroom leveren via
de laadstroomkabels en de laadstroomcontacten van de serie-
parallel schakelaar.
Via de laadstroomcontacten van de serie-parallel
schakelaar mag ten hoogste een continue stroom
van 60 A lopen.
Gebruik deze accu’s dus nooit ook als startaccu’s
en sluit nooit een ankerlier op deze accu’s aan!
Bediening
De boegschroef kan na installatie van de serie-parallel schake-
laar worden bediend zoals in de ‘Gebruikershandleiding’ in het
hoofdstuk ‘Gebruik’ is omschreven.
Installatie
De ruimte waarin de serie-parallel schakelaar wordt opgesteld
dient droog en goed geventileerd te zijn.
Monteer de serie-parallel schakelaar in de getekende positie
tegen een schot.
Accu’s
Pas
start
accu’s toe met een capaciteit van ca. 200 Ah - 24 Volt.
(B.v. 2 startaccu’s van 230 Ah - 12 Volt).
Gebruik accu’s waarvan type, capaciteit en staat van dienst
overeenkomen.
Plaats de accu(’s) zo dicht mogelijk bij de boegschroef; de
hoofd-stroomkabels kunnen dan kort zijn, waardoor het span-
ningsverlies laag blijft.
Hoofdstroomkabels
De minimale draaddoorsnede is 95 mm
2
. Het spanningsverlies
tussen accu en boegschroef mag niet meer dan 10% van de
voedingsspanning bedragen.
De maximale
totale
kabellengte (de kabels van de accu’s naar
de boegschroef én de kabels van de accu’s naar de serie-paral-
lel schakelaar gezamelijk) mag daarom niet meer bedragen dan
23 m.
In de + kabel naar de boegschroef moet een hoofdschakelaar
en een zekering worden opgenomen; zie hiervoor inbouwin-
structies boegschroef.
Sluit de hoofdstroomkabels aan zoals is aangegeven in de
bedradingsschema’s. Overtuig u ervan dat de hoofdschakelaar
in de stand ‘UIT’ staat.
Laadstroomkabels
Kies de doorsnede van de laadstroomkabels in overeenstem-
ming met de maximale laadstroom die de dynamo kan leveren.
De minimale draaddoorsnede is 10 mm
2
.
Sluit de laadstroomkabels aan zoals is aangegeven in de bedra-
dingsschema’s. Sluit de kabel van dynamo naar aansluiting 51
op de serie-parallel schakelaar nog
niet
aan.
Indien met dezelfde dynamo óók een accu wordt geladen welke
niet via de serie-parallel schakelaar is aangesloten
moeten
de
laadstroomcircuits worden gescheiden door middel van een
diodebrug.
Stuurstroomkabels
Plaats de stekker van de tussenkabel, komende van het bedie-
ningspaneel, in de contrastekker op de serie-parallel schake-
laar.
Plaats de stekker, van de aan de serie-parallel schakelaar
gemonteerde kabel, in de contrastekker van de boegschroef.
Controle
Voer na installatie de volgende controlehandelingen uit:
-
Controleer met een voltmeter of tussen de plus (+) van accu
1 en de min (-) van accu 2 een spanning van
12 Volt
aanwe-
zig is.
Herhaal deze meting tussen de plus (+) van accu 2 en de
min (-) van accu 1.
-
Door nu één van de schakelaars op het bedieningspaneel in
te drukken zal de serie-parallel schakelaar worden ingescha-
keld; controleer met een voltmeter of tussen de plus (+) van
accu 2 en de min (-) van accu 1 24 Volt aanwezig is.
Sluit nu de laadstroomdraad van de dynamo naar 51 op de
serie-parallel schakelaar aan, schakel de hoofdschakelaar van
de boegschroef in en controleer of de boegschroef naar beho-
ren functioneert.
NEDERLANDS