708D
2019-03
Gebruik
9
NL
2.7
Transfer in en uit de rolstoel
Gevaar voor letsel
Indien u de transfer niet veilig op eigen kracht kan doen, vraag dan hulp van iemand
anders.
Niet op de voetplaten staan.
1.
Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de stoel, zetel of
bed van/naar waar u zich wilt verplaatsen.
2.
Zorg dat beide remmen van de rolstoel aan staan.
3.
Klap de voetplaten omhoog zodat u er niet op gaat
staan.
4.
Indien u zich langs de zijkant in of uit de rolstoel wilt
verplaatsen, klap dan de armsteun aan die zijde omhoog
(zie § 2.6).
5.
Verplaats u van of naar de rolstoel.
2.8
Correcte positie in de rolstoel
Enkele aanbevelingen om comfortabel van uw rolstoel gebruik te maken:
Plaats uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
Zorg dat uw bovenbenen horizontaal zijn – Stel eventueel de lengte van de
voetsteunen bij (zie § 3.6).
2.9
Rijden met de rolstoel
Gevaar voor letsel
Houd uw vingers niet tussen de spaken.
Let op wanneer u door nauwe doorgangen, zoals deuren, rijdt.
Wees voorzichtig bij het rijden in extreem warme of koude omgevingen (zon, extreme
kou, sauna's, enz.) voor een bepaalde tijd en bij het aanraken - De oppervlakken
kunnen de omgevingstemperatuur aannemen.
1.
Zet de remmen los.
2.
Neem de aandrijfhoepels aan de bovenzijde vast.
3.
Leun voorwaarts en draai de hoepels naar voor tot uw armen gestrekt zijn.
4.
Breng uw handen terug naar de bovenzijde van de hoepels en herhaal de beweging.
2.10
Rijden op hellingen
Gevaar voor letsel
Neem hellingen steeds met de laagst mogelijke snelheid.
Houd rekening met de capaciteiten van uw begeleider – Blokkeer de rem van zodra u
merkt dat uw begeleider onvoldoende kracht heeft om de rolstoel onder controle te
houden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
