17
WAT U WEL EN NIET MAG DOEN
WAT U WEL MAG DOEN
• Ontdooi voedingswaren uit de diepvriezer volledig in een koelkast of in
een microgolfoven, waarbij u de ontdooi- en bereidingsinstructies opvolgt.
• Controleer of het deksel van de diepvriezer na elk gebruik degelijk
gesloten is.
• Ontdooi bevroren vlees volledig voor u het bereidt.
• Sluit het deksel voorzichtig.
• Controleer de inhoud van de diepvriezer regelmatig.
• Reinig en ontdooi uw diepvriezer regelmatig (zie ‘Ontdooien’)
• Bewaar de voedingswaren zo kort mogelijk en leef de datums “Ten minste
houdbaar tot” en “Te gebruiken tot” na.
• Bewaar aangekochte bevroren voedingswaren overeenkomstig de
instructies op de verpakking.
• Kies altijd verse voedingswaren van hoge kwaliteit en reinig ze grondig
voor u ze invriest.
• Verdeel verse voedingswaren die u wilt invriezen, in kleine porties om ze
sneller te kunnen invriezen.
• Wikkel alle voedingswaren in aluminiumfolie of in voor de diepvriezer
geschikte plastic zakken en verwijder alle lucht.
• Pak bevroren voedingswaren in wanneer u ze aankoopt en plaats de
voedingswaren zo snel mogelijk in de diepvriezer.
• Bewaar kleine artikelen in de mand.
• Haal roomijs 10-20 minuten voor het opdienen uit de diepvriezer.