US Robotics 8000a, Руководство по установке

Страница: 66 / 134

Voordat u begint, analoge of ISDN-verbindingen
62
Voordat u begint, analoge of ISDN-verbindingen
In deze installatiegids worden de meeste voor dynamische of statische IP-adressen geconfigureerde
externe of inbelverbindingen besproken. Er wordt van uitgegaan dat u over een geactiveerde en goed
functionerende analoge of ISDN-internetservice beschikt. Als u niet precies weet over welk type
configuratie u beschikt, vindt u in de gebruikershandleiding op de installatie-cd geavanceerde setup-
procedures.
Opmerking: De Broadband Router heeft een externe analoge of ISDN-modem nodig om de
inbelfunctie te kunnen gebruiken en uw analoge of ISDN-modem moet via een RS-232 seriële
verbinding aangesloten zijn op uw computer. De Broadband Router is niet compatibel met analoge
of ISDN-modems met alleen een USB-verbinding. Er moet bovendien een Ethernet-adapter (NIC)
geïnstalleerd zijn op uw computer.
U dient de volgende informatie over uw inbel- of externe verbinding op te vragen bij uw
internetprovider.
*Als u Windows gebruikt, vindt u deze informatie in de map Inbelnetwerk of in de map Netwerk- en inbelverbindingen.
Als u op een Macintosh werkt, klikt u voor deze informatie eerst op Regelpanelen en daarna op Teletoegang.
Wellicht hebt u niet al deze informatie nodig om de Broadband Router te kunnen installeren. Als uw
internetprovider u deze informatie niet kan verschaffen, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het
grootste gedeelte van de vereiste informatie te achterhalen.
A.
U dient deze stappen uit te voeren op de computer die momenteel aangesloten is op uw analoge
of ISDN-modem.
Gebruikers van Windows 95 en 98:
Klik met de rechtermuisknop op Deze computer en klik daarna op Verkennen . Dubbelklik
op Externe toegang . Klik met de rechtermuisknop op uw ISP-verbinding en klik op
Eigenschappen . Klik op het tabblad Servertypen en klik daarna op de knop TCP/IP-
instellingen . Ga verder met stap B.
Gebruikers van Windows 2000
Klik in Windows op Start , Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Dubbelklik op
Netwerk- en inbelverbindingen . Klik met de rechtermuisknop op uw ISP-verbinding en klik
op Eigenschappen . Klik op het tabblad Netwerk en blader door de lijst met componenten.
Selecteer Internet Protocol (TCP/IP) en klik op Eigenschappen . Ga verder met stap B.
IP-adres:
_______________-_______________-_______________-_______________
Subnet-masker:
_______________-_______________-_______________-_______________
Gateway/Router
_______________-_______________-_______________-_______________
DNS-servers/
Naamservers:
_______________-_______________-_______________-_______________
_______________-_______________-_______________-_______________
Gebruikersnaam*:
______________________________________________________________
Wachtwoord*:
______________________________________________________________
Inbeltoegang
Nummer*: ______________________________________________________________