umbra pompe 3 ACUASPEED, Руководство по эксплуатации

Страница: 66 / 96

E0 ( 0)
Lo.Volt
E1 ( 0)
Hi.Volt
E2 ( 0)
Shortcir
E3 ( 0)
Dry run
E4 ( 0)
Amb.Temp
E5 ( 0)
IGBTtemp
E6 ( 0)
Overload
3.1 Drukkalibratie 5.0 Bar Kalibreert de druksensor op 5 Bar
3.2 Kalibratie stromingsensor Voert de kalibratie van de stromingsensor uit
3.3 Druktest Test signaal actuele druk
3.4 Test debietregelaar Test signaal debietregelaar
3.5 Software Release Release van de software
3.6 Tijd voeding Timer voeding inverter
3.7 Tijd pomp Timer werking elektropomp
3.8 Laatste fout Register van de laatste fout die zich heeft voorgedaan
3.9 Starts Teller aantal starts pomp
4.0 Vboost Spanningsboost bij 0Hz
4.1 Vertraging droogdraaien Vertraging voordat de beveiliging tegen ontbreken van water wordt geactiveerd
4.2 Beveiliging starts per uur Activering of deactivering van de controle op het aantal starts per uur (controle
verliezen)
4.3 Bescherming tegen blokkering Start de pomp na 24 uur van inactiviteit
4.4 Dead time PWM Instelling dead-time PWM
4.5 Ki Integratieve constante PID-regeling
4.6 Kp Proportionele constante PID-regeling
4.7 Boost-tijd Boost-tijd op maximale frequentie met gedeactiveerde soft start
5.0 Ta max Maximale omgevingstemperatuur
5.1 Tm max Maximumtemperatuur IGBT-module
5.2 Index reductie Ta Index van reductie van de frequentie op omgevingstemperatuur
5.3 Index reductie Tm Index van reductie van de frequentie op temperatuur module
5.6 Minimumspanning Minimumlimiet voedingsspanning
5.7 Maximumspanning Maximumlimiet voedingsspanning
5.9 Debug-variabele Selectie debug-variabele voor weergave proceswaarden
ALARMEN
In geval van problemen of storingen in de installatie, verschijnt één van de volgende schermen in het display van de inverter. Iedere fout
heeft een code die begint met de letter E , gevolgd door een nummer van 0 tot 13. Het nummer dat tussen haakjes wordt aangegeven staat
voor het aantal maal dat de fout zich heeft voorgedaan. Om een alarm te resetten, nadat de oorzaak ervan is verholpen, is het meestal
voldoende om op de centrale reset -toets te drukken of om voor enkele seconden de elektrische voeding te onderbreken.
E0 Lage spanning: duidt op een te lage voedingsspanning. Controleer de waarde van de ingangsspanning
E1 Hoge spanning: duidt op een te hoge voedingsspanning. Controleer de waarde van de ingangsspanning
E2-Kortsluiting: dit bericht verschijnt in het display wanneer er zich kortsluiting voordoet in de uitgang van de
inverter; dit kan gebeuren na een onjuiste aansluiting van de elektrische motor, bij beschadiging van de
elektrische isolatie in de kabels die de elektropomp verbinden met het apparaat of door een defect van de
elektrische motor van de pomp. Wanneer deze fout wordt aangegeven, bent u verplicht om het elektrische
systeem zo snel mogelijk na te laten kijken door een specialist. De fout kan alleen worden verwijderd door het
apparaat los te koppelen van de elektrische voeding en de oorzaken van het defect te verhelpen. Proberen om de
inverter opnieuw te laten starten terwijl er kortsluiting in de uitgang is, kan ernstige schade aan het apparaat veroorzaken en een bron van
gevaar voor de gebruiker vormen.
E3-Droogdraaien: dit bericht verschijnt wanneer het systeem wordt gestopt als gevolg van het ontbreken van
water in de pompaanzuiging. Als de auto-reset functie is geactiveerd, zal inverter automatisch pogingen doen om
te controleren of er weer water aanwezig is. Om de foutconditie op te heffen, drukt u op de centrale reset -toets.
E4-Omgevingstemperatuur: de fout verschijnt als de maximale interne omgevingstemperatuur van de inverter
werd overschreden. Controleer de bedrijfsomstandigheden van de inverter.
E5-Temperatuur IGBT-module: de fout verschijnt als de maximale temperatuur van de IGBT-module van de
inverter werd overschreden. Controleer de bedrijfsomstandigheden van de inverter, met name de
watertemperatuur en de stroomopname van de pomp.
E6-Overbelasting: dit alarm verschijnt wanneer de stroomopname van de elektropomp de maximumstroom
heeft overschreden die is ingesteld in de waarde Imax; dit kan gebeuren als gevolg van extreem zware
bedrijfsomstandigheden van de elektropomp, bij voortdurend herstarten met zeer korte tijdsintervallen ertussen,
bij problemen in de motorwikkelingen of als gevolg van problemen in de elektrische aansluiting tussen de motor
en inverter. Als dit alarm vaak optreedt, kunt u de installatie het beste laten controleren door de installateur.